Fase 1: afgescheiden
Dat is de illusie waar ik in geloof. De realiteit is dat ik afgescheiden ben van de ander, het andere, de wereld. Ik leef in mijn illusie die ik geschapen heb om de pijn, de afgescheidenheid, de leegte hoe je het ook wilt noemen, niet te voelen.
Fase 2: de crisis
De benauwdheid, de gevangenschap. Het voelen van mijn eigen, psychische grenzen. Door het oog van de naald. Met de rug tegen de muur. De crisismomenten. Ik schut op mijn grondvesten. Door iets, door verlies van buitenaf.
Fase 3: geraakt in het hart
Door dat scheurtje kan het licht naar binnen schijnen. Leonard Cohen zong het al: there’s a crack in everyone, that’s how the light gets in. Want daarbinnen, binnen in jouw illusie zit hetzelfde als het licht wat naar binnen schijnt.
Fase 4: in beweging
Dan wordt er iets opgebouwd, de basis van jou als persoon gaat langzaam verschuiven. Je maakt iets aan wat vanbinnen groeit als een plantje, dat telkens weer water nodig heeft. Water. aarde en licht. En jij zorgt daarvoor.
Fase 5: overgave
Als het oude nog roept. Als de groef van het oude nog zo’n aantrekking heeft. Komt daar het punt dat je niet meer terug kunt en het nieuwe de basis wordt. Binnen is buiten en buiten is binnen. Maar de chaos, het niet meer weten, wie ben ik? Word ik gek?
Fase 6: ik ben, ik schep
Geen oordelen meer, het punt leeft in mij waar geen dualiteit is. Ik neem waar, alles is goed, ik kleef niet meer aan. Het komt en het gaat weer. Ik leef, ik ervaar met volle teugen. Zo binnen zo buiten.