Gepubliceerd 19 december 2010 | Door tom ribbens
Het einde van het jaar 2010 nadert. Nog een week werken en dan begint de kerstvakantie. Voor mij betekent dat in mijn werk dat afronden wat nog afgerond moet worden en de rest over de jaarwisseling heen tillen en plannen in januari van het volgende jaar. Herkenbaar voor veel mensen met werk.
Het is prachtig buiten in het bos van Landgoed Nieuwkerk, waar we wonen. Er ligt een dik pak sneeuw en het wit accentueert alle takken van de bomen, tot in het kleinste detail. Vanmorgen liep ik naar mijn heilige plek en kwam allerlei sporen tegen. Ik herkende in ieder geval het konijn en de ree. De Poppelse Leij stroomde langzaam en donker door het witte landschap.
Als ik me dan ontspan, voel ik in mezelf waar er spanning zit en ik niet ten volle kan genieten van het moment. Die spanning zit in mijn verantwoordelijkheid om geld te verdienen. Steeds opnieuw weer er zorg voor dragen dat er geld binnen komt, waar ik met mijn gezin nu eenmaal afhankelijk van ben. Dat voelt zwaar en die zwaarte raakt me en brengt me bij mijn verlangen om werken te ervaren als spelen. Vrij. Me niet te laten bepalen door dat economische kader, waarbinnen ik beweeg en mijn geld verdien. O, was ik maar helemaal vrij om te spelen. Als ik dan dat kader even loslaat voel ik dat verlangen en kom ik ook bij de zin van mijn werk. Het willen bijdragen vanuit mijn talent aan de samenleving, aan het geheel. De betekenis van werk kan diep gaan. Veel dieper dan alleen de economische betekenis.
Dit schreef ik pas aan een vriendin. Ik kwam vandaag nog bij een ander beeld. Namelijk dat van de schepping. Wij zeggen altijd, en dat beeld had ik ook vroeger, dat God de aarde schiep in zeven dagen en daarmee was het klaar. Alsof de schepping klaar is, nee, wij zijn onderdeel van die schepping. Dat is een belangrijke ervaring, die ook met werk te maken heeft. Werk is precies dat stukje dat ontbreekt in de schepping, wij als mens hebben de verantwoordelijkheid – waarschijnlijk ook precies de betekenis van dat woord – om mee te scheppen, onze bijdrage te leveren aan het geheel. Niet op een industriële manier, maar juist vanuit iemands talent of vanuit iemands presence – aanwezigheid, waar we het gisteren over hadden. Aanwezig zijn in het moment. Er zijn. En van daaruit werken.
Steeds weer moet ik me vrij maken, me los maken van rollen en patronen die me vast zetten. Dat betekent op de eerste plaats me bewust zijn van dat ik me weer vastzet. Uit angst om iets te verliezen, te verliezen wat ik heb. Dat ik iets heb is een illusie, want als ik ben, aanwezig ben, me vul met mezelf en de liefde die er voor mij is, dan heb ik alles. Tegelijkertijd is er de aandachtslaag waar geld belangrijk is, er geld nodig is om te kunnen leven, zeker met een gezin en de verantwoordelijkheid voor twee kleine kinderen. De balans tussen die twee lagen is een moeilijke klus. Soms gaat het vanzelf, dan is er die balans, soms is de balans weg en is er innerlijk werk nodig om die balans weer te vinden. Het ene moment ziet die balans er zo uit, het andere moment, afhankelijk bijvoorbeeld van de omstandigheden, ziet hij er weer anders uit. Balans is niet statisch, maar dynamisch, bewegelijk.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!