Gepubliceerd 25 november 2012 | Door tom ribbens
Afgelopen weekend was een vriend van me jarig en ik had de biografie van Steve Jobs voor zijn verjaardag gekocht. Hij had hem al, dus nam ik het boek weer terug mee naar huis en begon er zelf in te lezen. Het boek raakt me. Niet door het succesverhaal van Jobs en dat wat hij in de buitenwereld heeft gepresteerd. Het boek raakt me door de grote worsteling en eenzaamheid die hij heeft gekend gedurende zijn leven en wat helder en eerlijk opgetekend is door de schrijver van het boek; Walter Isaacson. Als ik het bekijk vanuit het kader van mijn innerlijk werk, heeft Jobs zich eigenlijk altijd vastgehouden aan zijn harnas (ego, valse persoonlijkheid). Dat laatste raakt me, merk ik. Dit beeld van iemand, die door de wereld wordt geadoreerd zo gevangen kan zitten in zijn eigen persoonlijkheid (de nummer 8 in het enneagram!) en eigenlijk niet echt de sleutel heeft kunnen vinden naar zijn vrijheid, zijn geluk.Als ik dan kijk naar de klanten van WerkWaardig, die ik bijvoorbeeld vandaag heb ontmoet, mensen die vaak moeten rondkomen van een uitkering en hun eenzaamheid en worsteling zie, dan besef ik dat iedereen hierin gelijkwaardig is. In die zoektocht naar het punt van onvoorwaardelijke liefde, waar volgens mij ieder mens bewust of onbewust naar op zoek is. Of hij nu aan de top van de wereld staat of helemaal onderaan de maatschappelijke ladder.
Zoals ik het pad van mijn zoektocht naar liefde ervaar, is het telkens zo dat ik in mezelf een punt tegenkom waarin ik sterf.
En wat sterft er dan precies? Dat deel in mij dat naar buiten is gericht om daar te halen – geluk, liefde etc. – wat eigenlijk van binnen te vinden is. Mijn valse persoonlijkheid zou je kunnen zeggen. Vals is de gerichtheid naar buiten. Het misverstand dat ik gelukkig word als ik maar van alles heb en van alles ben in de buitenwereld. Vals is ook de overtuiging dat als ik maar dit of dat doe, aan bepaalde verwachtingen voldoe, aan bepaalde voorwaarden, ik dan de liefde krijg die ik nooit gehad heb. Een rol vervul, een masker opzet waarin ik me beter of anders voordoe dan wie ik ben, waarmee ik geld verdien en alles kan kopen wat mijn hartje begeert. Waarmee ik het gat probeer te vullen dat in mij zit, het gat van de liefde die ik als kind gemist heb. Dat ieder mens gemist heeft, omdat het in eerste instantie de liefde bij zijn ouders zoekt, buiten zichzelf dus. Vandaag mocht ik nog een baby vasthouden van een paar weken oud, die net had gedronken aan de borst van haar moeder. In alles is de mens in eerste instantie afhankelijk van zijn of haar ouders. Bij ouders die niet volmaakt zijn. Zonder dat ze dat willen, veroorzaken zij een trauma in het volmaakte beeld van de liefde dat ieder kind heeft. Het is onmogelijk te vermijden dat dit volmaakte beeld kapot valt op de realiteit van onze aardse, onvolmaakte werkelijkheid.
In het geval van Steve Jobs bijvoorbeeld, die door zijn biologische ouders ter adoptie werd aangeboden aan de ouders die hem groot brachten. Dat kapot vallen doet pijn, verschrikkelijk veel pijn. Zoveel pijn dat het net zo onvermijdelijk is dat ik me daartegen bescherm en een harnas opbouw om me tegen deze pijn te verdedigen. Verlaten, verkozen, speciaal. Deze begrippen vormden de basis van het ego, de persoonlijkheid van Steve Jobs. Dit harnas kent allerlei gezichten en in de wisselwerking met de buitenwereld ga ik op een gegeven moment geloven dat ik dat harnas ben. Dat is mijn valse persoonlijkheid. Heel mijn leven zou ik me kunnen bezighouden met dit leven aan de buitenkant.Gelukkig maar dat de buitenwereld mijn tekort en gemis aan liefde niet kan opvullen. Dat de buitenwereld niet volmaakt is, hoe boos en geïrriteerd ik daar vaak ook over ben. Ik mag blij zijn dat de buitenkant mij niet volledig geeft wat ik van binnen nodig heb. Het laat me achter met een gemis en in dat gemis zit mijn verlangen verborgen. Dat tekort, dat gemis van binnen, dat lijden wordt af en toe opgevuld met een antwoord van binnenuit. Het lijden dat mij schoonmaakt, opruimt, leeg maakt om gevuld te worden door een antwoord van binnenuit. Dat is het sterven aan mijn valse persoonlijkheid.
Het innerlijk lijden brengt me bij de liefde die in het lijden verborgen zit. Het lijden is de weg naar binnen naar de bron van die onvoorwaardelijke liefde. Voor ieder mens is het mogelijk om deze weg naar het hart, naar de liefde te gaan. Het is toch een wonder dat deze weg er is! Dat ik uiteindelijk niet vast hoef blijven te zitten in de gevangenis van mijn (valse) persoonlijkheid/ego. Het is de belangrijkste en meest waardevolle ontdekking in mijn leven, dat er een weg is van de gevangenis van mijn (valse) persoonlijkheid terug naar mijn hart, naar mijn essentie. Het is mijn parel. Ik word me daar weer bewust van tijdens het lezen van de biografie van Steve Jobs. Van de gevangenis die iemands persoonlijkheid kan zijn en de mogelijkheid die er is om hieraan te ontsnappen.
De vraag die ik mezelf regelmatig stel; hoe lang moet ik nog sterven en weer opnieuw geboren worden, hoe lang moet ik gevangen raken en weer bevrijd worden totdat dit levende punt, dit transformatiepunt mijn vaste ankerpunt wordt?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!