Gepubliceerd 06 mei 2009 | Door tom ribbens
Sinds een aantal weken volg ik een cursus bij Maria Hillen, de schrijfster van het prachtige boekje over Jezus Een daad van Liefde. De cursus heeft als thema vrijheid. Een thema dat me bijzonder aanspreekt, omdat ik bezig ben om de vrijheid die ik van binnen vind beter te verankeren in mijn dagelijks leven. Zo snel verlies ik mijn innerlijke vrijheid, omdat ik weer naar buiten, naar de wereld gericht raak en denk dat het daar te vinden is wat mij gelukkig maakt.
Gisteren was het Bevrijdingsdag. We vieren dan collectief dat het nu 70 jaar geleden is dat Nederland bevrijd werd van de Duitse bezetters. Maar we staan ook stil bij wat vrijheid betekent, dat dit een groot goed is, dat we dienen te bewaren, te beschermen. Toch is er volgens mij een groot misverstand over wat vrijheid in werkelijkheid is. Als ik naar mezelf kijk en naar mij verlangen om vrij te zijn, zit het volgende idee mijn vrijheid in de weg. Namelijk dat ik denk dat ik een afgescheiden entiteit ben, die in staat is te doen wat hij wil. Ik denk dan; nu ga ik dit of dat doen, nu heb ik zin om dit of dat te doen. Nu moet ik dit of dat doen, maar daar heb ik eigenlijk geen zin in, maar ik moet wel, want anders dit of dat. Eigenlijk maak ik me met dit idee van mezelf los van het geheel, ga er boven staan, alsof de wetmatigheden zoals die er zijn, geen grip op me hebben. Dat wat ik vrijheid noem, wat we met z’n allen vrijheid noemen, is eigenlijk verzet tegen hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Het is een hele vreemde, mentale constructie in mijn hoofd. Want met dit idee van afgescheidenheid als vrijheid, ga ik ook de wereld dragen, waar ik me los van maak. Ik neem de wereld op mijn schouders. Ik moet dan denken aan het beeld van dat ik in een trein sta met een loodzware volle koffer in mijn hand. Ik blijf die koffer maar dragen, terwijl ik hem ook gewoon kan neerzetten, want het is de trein die mij en de koffer draagt.
Gebi nam deze week de serie Touch mee uit de bibliotheek. Wat een ontdekking. Het gaat over een jongetje van 10 die zwaar autistisch is, maar tegelijkertijd de gave heeft om verbonden te zijn met het geheel, het geheel van de werkelijkheid om ons heen. Hij ziet verbanden, die wij als ‘normale’ mensen niet zien. Hij ziet deze in cijfermatige combinaties, telefoonnummers, codes van sloten, huisnummers etc etc. Als bepaalde verbanden tussen mensen verbroken zijn, voelt hij de pijn daarvan en wil hij deze pijn oplossen. Hij leeft met zijn vader, die contact met hem probeert te krijgen, maar dat lukt bijna niet, mede omdat het jongetje nog nooit heeft gesproken. De taak van de vader is om het jongetje te leren begrijpen en hem te volgen in wat hij aan verbroken verbanden tussen mensen wil oplossen. Dit is voor mij precies een beeld van wat vrijheid eigenlijk is. Niet om los van de werkelijkheid in afgescheidenheid te denken dat ik kan doen en laten wat ik wil. Maar juist dat ik me verbind met het geheel van de werkelijkheid en de wetmatigheid die in het leven verborgen zit te leren kennen en te volgen. Overgave dus. Overgave is volgens Maria Hillen een van de belangrijkste voorwaarden om tot vrijheid te komen.
Na de eerste bijeenkomst van de cursus was het de opdracht om thuis met ogen van liefde, van het hart naar jezelf te kijken. Dat is voor mij een confronterende oefening, omdat ik er dan weer achter kom hoe groot mijn overtuiging is dat ik niet ben om van te houden. Dat is de overtuiging van mijn ego, die de afgescheidenheid in stand houdt. Die het idee in stand houdt dat mijn ik vrij is om te doen en laten wat hij wil, alsof er geen wetmatigheden zijn, waarmee de werkelijkheid zich om ons heen ontvouwt. Ik moet diep graven om bij de liefde voor mezelf uit te komen, bij mijn eerste liefde zoals ik dat in mijn vorige artikel noemde. De liefde die zo mooi beschreven staat in een van mijn favoriete psalmen.
U was het die mijn nieren vormden,
die mij weefde in de buik van mijn moeder.
Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan,
wonderbaarlijks is wat u gemaakt hebt.
Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
Toen ik in het verborgene gemaakt werd,
kunstig geweven in de schoot van de aarde,
was mijn wezen voor u geen geheim.
Uw ogen zagen mijn vormeloos begin,
alles werd in uw boekrol opgetekend,
aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet ëën.
(psalm 139)
Vanmorgen toen ik buiten zat te mediteren onder onze oeroude eik besefte ik dat alles dat wordt gemaakt, alles dat groeit, alles dat beweegt, verandert, draait zoals de aarde om de zon, de zon weer door het melkwegstelsel suist, vanuit liefde gebeurt. Vanuit liefde wordt bewogen. Alles dat leeft, heeft liefde als beginpunt. Inclusief ikzelf. Dat is iets wat ik, wat wij, heel snel vergeten. Ik denk omdat we collectief vastzitten in een heel vreemd, industrieel beeld van de werkelijkheid. Alsof alles zich ontwikkelt vanuit een mechanisme, zoals in een fabriek. Het is de toekomst die we als mens kunnen bedenken, vanuit de afgescheidenheid als uitgangpunt. Een mechaniek, een machine, een robot, een apparaat dat ons leven lichter, rijker zou moeten maken. Als je beseft dat de werkelijkheid zelf zoveel rijker, intelligenter, grootser is dan dat en dat we ons daar alleen maar mee hoeven te verbinden, zoals het jongetje Jack doet in de serie Touch, dan besef je hoe ontzettend dom en armoedig dat toekomstbeeld is dat we als Westerse, industriele, zogenaamd beschaafde mens maken.
Als afgescheidenheid de norm is, dan wordt autisme een probleem, zoals zoveel psychische beperkingen. Een probleem dat behandeld dient te worden, zodat het weer normaal wordt of lijkt op wat normaal is. Het punt is dat we in een overgang zitten van het verleggen van het punt van wat we normaal noemen. Nu vinden we afgescheidenheid normaal, want daar ontlenen we ons beeld van vrijheid aan, maar we zitten in de overgang naar verbondenheid als norm. Het verbonden zijn met het totaal van de werkelijkheid die veel groter, intelligenter, liefdevoller, energieker is dan we ons vanuit onze afgescheidenheid kunnen voorstellen. Dan draait het beeld dat we van de werkelijkheid maken, zich om en wordt dat wat we nu als probleem ervaren, de oplossing. Net als in de filmserie Divergent. Tris Prior was voor het oude systeem een probleem, maar bleek uiteindelijk de oplossing te zijn. De steen die de bouwers afkeurden, is de hoeksteen geworden.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!