Gepubliceerd 14 december 2014 | Door tom ribbens
Afgelopen weekend deden Gebi en ik een wandeling met de hond in de buurt van ’t Ooievaarsnest. Het was een stille, grijze zondagmiddag. Ik werd me tijdens de wandeling bewust dat ik midden in de natuur was en voelde de waarde hiervan. Iedereen, dacht ik, zou dat regelmatig moeten doen, zich midden in de natuur begeven en ervaren hoe dat voelt. Zo anders is het als je de meeste tijd midden in de stad bent of 8 uur per dag op je werk in een kantoor. Ik begeef me iedere dag tussen deze twee werelden in. De wereld van de natuur en de wereld van de stad, ook al is het dan de kleine stad Tilburg en geen Shanghai of New York bijvoorbeeld.
Als ik dan in de auto zit en Tilburg nader, is het alsof ik me in een andere wereld begeef. De kunstmatige wereld die de mens heeft geschapen en waar hij trots op is. De mens die zich eigenlijk heeft afgekeerd, afgescheiden van de natuur. Vanuit die afgescheidenheid heeft hij deze kunstmatige mensenwereld geschapen. Hij heeft zich op een troon gezet en heeft zijn geschapen wereld boven die van de natuur gesteld. Dat wat wij met onze ‘vrijheid’ hebben verworven, betekent eigenlijk deze afgescheidenheid van de natuur, maar vaak ook van God. Maar zijn we werkelijk vrij? We zijn vrij om te doen wat we willen, denken we. Maar het is een vrijheid die ons vaak eenzaam maakt, leeg, afgesneden, los van de ander, van het leven, van de werkelijkheid. Het is de leegte van mijn ego, dat een tekort schept, een psychisch tekort dat ik op alle manieren probeer te vullen met surrogaat. Het surrogaat in al zijn vormen dat de basis vormt voor onze kapitalistische maatschappij. Tot ik met vallen en opstaan op mijn schreden terugkom en inzie dat ik door me af te scheiden zelf dat tekort schep. Ik doe dat zelf, het is het gevolg van mijn beperkte bewustzijn. Er is altijd een weg terug, als ik maar de moed heb om te buigen. We zetten ons in onze hoogmoed op de plek van God alsof we zelf de schepper zijn. Hoe kunnen we nu los, afgescheiden van het leven, iets scheppen? De werkelijkheid is namelijk dat we worden geschapen ieder moment weer, niet ooit, niet toen, maar nu. Pas als we ons laten scheppen, als we ons overgeven aan de scheppende kracht van het leven, als we het leven zich in ons laten ontvouwen, dan zijn we die medeschepper zoals we bedoeld zijn. Dat vraagt verbinding, nederigheid, dienstbaarheid. Dan kunnen we de mooiste dingen scheppen vanuit het talent dat ieder van ons is gegeven, wat gelukkig ook af en toe gebeurt!
Ik moet nog even terugkomen op dat grote woord God. Zelf ben ik niet godsdienstig opgevoed, dus heeft voor mij het woord God nog een onbevangen klank. Vroeger was God, het woord God verbonden met een godsdienst die collectief werd beleden. Er waren wetten, er waren regels, waar mensen zich aan moesten houden. Nu denken we, o, die God, dat beeld dat wij mensen van God hebben gemaakt, dat is dus God. Die God wil ik niet, want die god is niet rechtvaardig, schept lijden etc. Ik geloof niet in die uiterlijke God, dus weg ermee. Terwijl God ook individueel, in ieder van ons te ervaren is. Juist van binnen. Je zou dat God kunnen noemen, of liefde, maar misschien ook een geweten. Een individueel en tegelijkertijd universeel geweten. Omdat deze ik, deze individualiteit van binnen verbonden is met het geheel. Hoe paradoxaal is het dat ik juist in die verbondenheid vrijheid, maar ook geluk ervaar?
Het lijkt alsof het de kern van mijn leven is; de verschuiving van identiteit met het materiële naar het geestelijke. Het is misschien wel hetzelfde als wat ik hier eerder schreef. Als ik contact heb met mijn geestelijk deel, dan voel ik een diepe vrede, een diepe aanvaarding. Dankbaarheid, genade. Het zijn momenten, die zich onderscheiden van het lijden dat ik meestal doe. Lijden aan de oude patronen van mijn afgescheidenheid. Een oud spoor, een oude groef die al bij mijn geboorte is ontstaan, wie weet al daarvoor. Bijvoorbeeld mijn neiging om mijn behoefte op te offeren. Doordat ik van buitenaf word geraakt, kom ik in een soort zorgpatroon, waarbij de ander altijd eerst komt, dan een hele tijd niets en dan mijn behoefte. Totdat mijn grens daarin is bereikt en ik als reactie uitval naar Gebi, mijn vrouw, de mens die me het meest nabij is. Wat natuurlijk verschrikkelijk oneerlijk is en onterecht. Ze krijgt dan mijn boosheid over zich heen, soms komt er dan ruzie, soms geeft ze mijn boosheid resoluut terug. Meestal heb ik dan het bewustzijn om na korte of wat langere tijd naar binnen te gaan en te zien dat ik mijn behoefte weer eens heb weggestopt. Het uitspreken van mijn behoefte schept dan de ruimte, omdat er eigenlijk altijd een antwoord komt. Een liefdevol antwoord dat ik vroeger niet heb gehad. Er was in mijn ouderlijk gezin om wat voor reden dan ook weinig ruimte voor mijn behoefte, mijn gevoel. Ik paste me aan. Daarom vind ik het ook zo moeilijk gewoon te voelen hoe ik me voel. Als ik eerlijk ben, houd ik mezelf in de buitenwereld meestal een beetje op, doe ik me net iets beter voor dan ik me voel. Niet als ik me goed voel natuurlijk, vitaal, blij. Maar wel als ik bang ben of depressief. Afgelopen maandag tijdens de latifa-oefening die ik iedere maandagochtend met een groepje doe, kwam ik bij dat inzicht. Dat ik me mag voelen zoals ik me voel. Me niet beter of sterker hoef voor te doen dan ik ben. Ik ben goed zoals ik ben. Mezelf helemaal aanvaarden zoals ik in mijn onvolmaaktheid ben, wow, daar ben ik nog steeds naar op weg.
Zo ademt mijn bewustzijn zoals eb en vloed van ruim naar smal. Het nauwste punt zoals ik dat ervaar, vraagt om mijn volledige, onverdeelde aandacht. Ik kom dat punt ongeveer 1x per maand tegen. Al mijn liefdevolle aandacht moet dan naar binnen om helemaal, met al mijn aandacht bij dat kwetsbare, gehandicapte punt te zijn. Dat nauwste punt dat voelt als een geboortekanaal, waardoor heen ik als mens, als nieuwe mens wordt geboren. Die zich niet langer identificeert met het materiële, met zijn lichaam, met de dood, maar met zijn geestelijk deel, met zijn potentie, leven. Leven in overvloed.
Daarbij, ik kom daar hier in deze adventtijd met enige schroom voor uit, speelt Jezus voor mij een belangrijke rol. Ik wil niet overkomen als een godsdienstfanaat, maar wel schrijven over dat wat voor mij belangrijk is in mijn innerlijk leven. Zoals ik al schreef ben ik niet godsdienstig opgevoed, dus toen ik als zoekende adolescent naar de zin van het leven het Johannes Evangelie las, kon ik me zonder last uit het verleden laten raken door dit bijzondere verhaal van Jezus. Later heeft dit punt in mij zich verdiept en is een centrum geworden, een bron. Dat is nog steeds gaande. In ieder geval is hier met Jezus iets speciaals aan de hand. Sterker, ik zou durven stellen dat Jezus voor ons als mensen het belangrijkste punt in de schepping, in de menselijke evolutie is. Zo is het in ieder geval voor mij, zo is het in ieder geval op mijn innerlijke weg. Ten eerste is het punt een herinnering, een herinnering aan wie ik ben als mens, een mens met een hart, die in staat is om lief te hebben. Hoe verstopt die liefde soms ook is. Ten tweede is het punt voor mij een omslagpunt, een transformatiepunt. Het maakt me mogelijk om als mens te transformeren. Om een nieuwe mens te worden, die zich niet langer op de eerste plaats identificeert met het materiële, maar met het geestelijke. Een mens met kwaliteiten en mogelijkheden die, als we kijken vanuit een beperkt bewustzijn, niet voor mogelijk werden gehouden. Als we een ander begrip, een ander bewustzijn van tijd en ruimte zouden hebben, zijn we in staat om onszelf of anderen te genezen of ons te verplaatsen over grote afstanden. Daar hebben we nu enorme en kostbare apparaten voor nodig. Dat klinkt misschien als SF, maar nu al zijn er mensen die in staat zijn om met hun geestkracht anderen te genezen. En die potentie hebben we allemaal.
In die zin heeft Kerstmis voor mij persoonlijk de betekenis van de herinnering aan het moment dat ik voor het eerst van binnen werd geraakt door het verhaal van Jezus en de betekenis die dit voor mij in de loop van de jaren heeft gekregen als een soort Christusbewustzijn zou je kunnen zeggen. Het is voor mij nog steeds een wonder dat dit voor ons mensen zo belangrijke punt op deze manier door deze mens Jezus in de schepping, in de evolutie is gelegd. Gisteren zag ik een aflevering van de serie Cosmos over de uitvinding van de elektromotor en de dynamo door Michael Faraday. Deze uitvinder geloofde dat er onzichtbare energiebanen, energievelden rond de aarde stroomde, alsof de aarde een soort turbo, een magneet is met een elektrisch en magnetisch veld. Misschien is met Jezus ook wel een veld van liefde in de schepping gekomen, die voor ieder mens bereikbaar is, als het mogelijk is om je hiervoor te openen. Wat soms behoorlijk moeilijk is, weet ik uit eigen ervaring. Ik ben al heel mijn leven bezig om deze onvoorwaardelijke liefde toe te leren laten die er voor me is en deze liefde te integreren en als basis voor mijn leven te maken.
Het draait voor mij allemaal om het geboren worden als individu, als mens, als individuele mens vanuit het collectief dat er nu is. Vorige week had ik weer mijn mannengroepje met 3 therapeuten van rond de 60 jaar oud. Mannen die voor mij een voorbeeld zijn en me laten zien hoe dat kan, dat geestelijk groeien, dat als mens, als individu geboren worden. Ieder op zijn manier, maar telkens vanuit dat zelfde principe. Ieder zuivert zich op zijn manier uit van oude patronen en overtuigingen om op die manier contact te maken met zijn essentie, met wie hij werkelijk is. Dat is ontroerend om te delen en om van de andere mannen te zien. Ik denk werkelijk dat deze individualiteit de basis zou kunnen zijn voor een (nieuwe) samenleving. Soms lijkt het in de huidige neoliberale tijd juist de andere kant op te gaan. De kant van het vasthouden aan het systeem waarin de wereld is verdeeld in goed en slecht, in machtigen en machtelozen, in rijk en arm, in mensen die in de wereld succes hebben en losers. Waar op leven en dood wordt gestreden om aan die zogenaamde goede kant van de streep te staan. Ik schreef daar vorige week een tekst over, die kun je hier lezen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!