Gepubliceerd 20 november 2011 | Door tom ribbens
Afgelopen week een prachtige herfstavond. Ik reed net van mijn werk naar ons huis op Landgoed Nieuwkerk. Het mooiste moment van de avond is vaak voor mij het moment dat de zon net onder is. Er is dan een soort stille aanwezigheid, alsof de dag sterft en de nacht geboren wordt. Er ontstond een mistlaag over de velden, waar de paarden graasden. De kleur van de avondlucht lichtte in al zijn schakeringen fel op. Het raakte me. Het raakte mijn essentie.
Zoals ik eerder die week geraakt werd door een ontmoeting met drie collega-coaches. We komen ongeveer om de twee maanden bij elkaar in een soort supervisiebijeenkomst. Het was een bijzondere ontmoeting waarbij de liefde en het respect voor elkaar uitnodigde om onszelf te laten zien in het proces van menswording. Ik vertelde over het diepste punt in mezelf dat ik niet meer wil loslaten. Het punt dat zowel mijn grootste belemmering en blokkade vormt om de liefde toe te laten, maar ook de deur, de toegang tot de liefde die er voor me is.
Vorig weekend op zondag voelde ik zo sterk mijn afgescheidenheid van de liefde. De benauwdheid, het oog van de naald, met mijn rug tegen de muur. Ik voelde het en het zinnetje kwam in me op: zo heb ik me als kind ook vaak gevoeld. Maar nu kon ik erbij blijven en het zelfs uitspreken aan Gebi. Zo voel ik me nu. Ik hoef geen zorg, geen medelijden, geen liefde die ik toen niet heb gehad. Maar zo voel ik me nu. Dit erkennen en het uit het isolement halen van die benauwdheid maakte het breder. Door mijn onverdeelde aandacht in dat moment en het aanwezig zijn bij die vernauwing, die heftige vernauwing, kwam er ademruimte. Zo voelde het vanbinnen.
Aan de buitenkant werd ik de afgelopen weken geconfronteerd met de gevolgen van de bezuinigingen die er in 2012 aan zitten te komen op het vlak van mij werk met WerkWaardig. De trigger was dat ik een belastingaanslag kreeg, waarvoor ik bang was dat ik mijn reserves zou moeten aanspreken. En precies dat punt bracht me in paniek, in de angst voor tekort. Zaterdagochtend op mijn heilige plek in het bos vroeg ik wanhopig om raad, om advies. Het antwoord was zoals vaak eenvoudig en simpel. Zo eenvoudig dat het me bijna ontglipte. Je kunt zelf kiezen, je hebt de keuzevrijheid om iets nieuws te beginnen. Om bijvoorbeeld vanaf volgend jaar september een nieuwe vorm van werk of misschien wel een heel nieuwe leefomgeving te hebben. Die mogelijkheid maakte me blij. Een blijheid die ik nu nog voel. Ik was ongemerkt de afgelopen jaren zo bezig met iets op te bouwen en zonder dat ik er erg in had sloop hiermee het idee mee dat ik moest behouden wat ik had. Angst voor tekort die me er toe zette om te sparen voor later. Een angst die ik ook ken in andere vormen, bv. mijn angst om genoeg te slapen anders ben ik de volgende dag niet fit. Of – ook een vorm van reserve opbouwen – mijn beste broeken in de kast laten liggen voor het geval dat. Voor welk geval eigenlijk?
Daar ligt mijn keuze die ik afgelopen week ontdekte. Of ik schiet vanuit mijn persoonlijkheid in mijn angst voor tekort of ik laat het bezig zijn met het behouden wat ik heb los en geef me over aan het nieuwe, aan het avontuur dat in het moment besloten ligt. Deze ontdekking deelde ik dus deze week met mijn collega-coaches. Het bleek een spiegel te zijn voor hun eigen verhalen, die eigenlijk allemaal dezelfde kern hadden. Het loslaten van oude overtuigingen, die gebaseerd zijn op angst voor tekort. Zoals; het is er niet voor mij (voor anderen wel), ik ben een slecht mens of zoals die van mij; er is niemand voor me. Blijkbaar is het nu de tijd voor veel mensen om dit soort patronen ten diepste toe te laten, te zien, te voelen. Zodat de liefde en bewustzijn er helemaal in kan komen. En schoon kan maken. Om daarna opnieuw geboren te worden. Het diepste en hoogste punt geïntegreerd.
De kranten staan vol van de economische crisis die er op dit moment is. Columns worden erover geschreven, antwoorden worden bedacht. Wat ik verschillende keren las had de volgende boodschap. We moeten niet zeuren, maar harder werken. Tanden op elkaar, doorbijten. Zo komt onze economie er weer bovenop. Het is een reflex vanuit hetzelfde uitgangspunt als van waaruit onze economie is opgebouwd. Een uitgangspunt dat vooral na de Tweede Wereldoorlog effectief was om Europa, maar ook de Verenigde Staten op te bouwen. Maar om een volgende stap te zetten in onze evolutie als mens is dit uitgangspunt ontoereikend. Sterker nog; als we vast blijven houden aan dit uitgangspunt gaat het zich tegen ons keren. Wat we nu in hoge mate om ons heen zien gebeuren. Het uitgangspunt waar ik het over heb is er een vanuit een tekort, het ervaren van tekort. En het antwoord was er een van wilskracht, de handen uit de mouwen, samen staan we sterk. Alle ‘ismen’ zijn hierop gebaseerd, ‘ismen’ die nog steeds ons politiek gedachtegoed bepalen of dit nu links is of rechts. Nu is die uiterlijke, materialistische welvaart opgebouwd en is de grens van deze welvaart bereikt. Dat betekent dat we nu voor een nieuwe fase staan, een andere, meer innerlijke manier om te groeien en dit gaat gepaard met een crisis. Dit is in mijn persoonlijk leven zo, maar dat geldt volgens mij ook voor het collectief. De neiging om vast te houden aan het bestaande vanuit angst om dit te verliezen is groot, maar niet helpend, niet effectief.
Een stap verder betekent eigenlijk hetzelfde als wat ik nu ervaar in mijn eigen midlife crisis. Nu is het tijd om niet op een mannelijke en wilskrachtige manier om te gaan met tekort, maar meer vanuit een vrouwelijke manier de eigen, persoonlijke pijn van het tekort toe te laten en te voelen. Daar zijn andere ‘skills’ voor nodig om het zo maar even uit te drukken. Dat kan alleen op een individuele manier. Ieder heeft zijn eigen geschiedenis in het opbouwen van patronen als antwoord op de pijn van het tekort, de pijn van het afgescheiden zijn van de liefde. Ik heb mijn geschiedenis, waarover ik regelmatig schrijf op deze site. Mijn collega-coaches hebben hun eigen geschiedenis die ze afgelopen week vertelden.
Het is niet toevallig dat ik deze week een prachtige tekst kreeg van Dorle Lommatzsch die op retraite was in Auschwitz. Samen met honderd andere mensen mediteerde zij op de plekken waar getransporteerde joden aankwamen, werden vergast of aan het werk werden gezet. Mensen met familie die daders waren. Mensen met familie die slachtoffers waren. Dorle schreef dat het een transformatieplek was, een heilige plek waar oude wonden werden geheeld. Ze schrijft: Vijf dagen mediteren in Auschwitz. Ik dacht naar de meest gruwelijke plek op aarde te gaan, maar wat ik vond was een heilige plek. Een plek van helderheid, intensiteit, een plek van intense stilte. Een plek van gebed en rouw. En het deel in mij dat nog nooit heeft kunnen rusten, altijd zwierf en zocht en zeurde, kwam eindelijk thuis. Ik voelde me dankbaar en voel dit nu nog. Iets in mij kan eindelijk helen.
Afgelopen donderdag tijdens de thema-middag bij project Natuurlijk Werken deden we een oefening door uit een grote serie foto’s er een te trekken die ons aansprak. Mijn oog viel op de foto van een kind dat aan de hand werd genomen door twee ouders. Ik zei; ik word aan de hand genomen. Aan de hand genomen door de liefde die mij wil leiden, mijn geestelijk deel, essentie, God, hoe je het ook noemt. En dat is voor mij nieuw. Mijn patroon ‘zelf doen’ laat ik los, mijn controle, mijn tanden op elkaar vanuit de overtuiging dat er niemand voor mij is. Het alternatief is een gevoel van vrijheid, van overvloed, van vertrouwen, van spelen en scheppen. Individueel staan we voor deze keuze, maar ook collectief worden we volgens mij uitgenodigd om deze uitdaging aan te gaan en zo tot een nieuwe balans te komen. Op die manier draagt ieder individu met zijn of haar innerlijk werk bij aan het collectief.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!