Gepubliceerd 20 augustus 2017 | Door tom ribbens
Mijn vakantie nadert zijn einde, volgende week begint mijn werkzame leven weer. Althans, mijn uiterlijke werk, want mijn innerlijk werk is de afgelopen zomerweken gewoon doorgegaan. Sterker nog, ik moest hard werken om mijn balans te vinden, wat voor mij begint bij het aanvaarden dat ik uit balans ging, behoorlijk uit balans ging, toen ik mijn weekstructuur en woonplek los moest laten om naar Denemarken te gaan. Wat de aanvaarding van mijn disbalans behoorlijk in de weg zat, was het beeld dat ik onbewust maakte van vakantie als periode van louter ontspanning en geluk, zoals dit ieder jaar weer wordt gedeeld door veel mensen op Facebook. Ik voelde me helemaal niet altijd ontspannen en gelukkig, maar meestal onveilig en kwam erachter dat ik me eigenlijk als kind ook al zo voelde. Mijn vader moest en zou 4 weken op vakantie en of wij nu wilden of niet, we moesten mee om te leven als een god in Frankrijk met iedere dag strand, overvloedig eten en drinken. Pas nu kan ik voelen dat ik het toen al moeilijk vond om mijn dagelijkse structuur los te laten en zo lang van huis te zijn, zoals ik dat nu dus ook heb.
Onveiligheid was in deze vakantieperiode dus mijn thema. Het mooie was dat ik ervaarde dat er een paar boeken en films meegingen op mijn innerlijke reis. Ze spiegelden mijn innerlijke reis als een soort reisgenoten. Zo binnen, zo buiten. Het gevoel van onveiligheid vanwege de vakantie bracht me in het gevoel zoals ik me als kind voelde, maakte me weer dieper bewust van het gezin waarin ik geboren ben, de onvolkomenheid ervan. En de pijn, de onveiligheid die ik voelde, maar niet kon voelen, omdat ik nog maar een kind was en de patronen die ik daarom heb ontwikkeld om maar niet te hoeven voelen. Me sterk maken, ik kan het wel alleen, me verantwoordelijk voelen voor mijn omgeving. Iets gaan dragen wat ik niet kon dragen. Precies hierover gaat het mooie boek van Griet op de Beeck, Kom hier, dat ik u kus. De onvolmaaktheid waarin de hoofdpersoon Mona geboren wordt, het patroon dat zij opbouwt om hiermee om te gaan, als de ander maar gelukkig is, en de manier waarop de mensen in haar omgeving omgaan met de grote onmacht in het leven. We worden niet geboren in een volmaakte omgeving.
Net als bomen, waar Peter Wholleben zo prachtig over schrijft in zijn boek Het verborgen leven van bomen. Bomen kunnen op veel extreme plekken groeien. Op het moment dat het zaadje van de boom ontkiemt, is het namelijk zijn hele leven aan deze plek gebonden en moet het het leven daar nemen zoals het komt. De plek waar ze neerkomen, blijkt vaak een flop. Of te donker, of te licht, te nat, te droog. Op een paar plekjes op aarde na, vind je de ideale randvoorwaarden bijna nergens. En zoals het voor bomen is, is het ook voor mensen! En tegelijkertijd is er een soort van ongeschreven handleiding hoe een boom idealiter zou moeten groeien, er uit zou moeten zien. Als een blauwdruk. Deze ideale boom beschrijft Peter Wholleben als volgt; hij heeft een kaarsrechte stam met gelijkmatige houtvezels. Zijn wortels spreiden zich mooi symmetrisch uit naar alle kanten uit en gaan onder de boom de diepte in. De zijtakken aan de stam die in zijn jeugd heel dun waren, zijn nu allang afgestorven en met verse bast en nieuw hout gesloten zodat er een lange, gladde zuil staat. Pas bovenaan vormt zich een gelijkmatige kroon uit sterke, naar boven wijzende takken, die eruit zien als armen die zich uitstrekken naar de hemel. Er kan van alles gebeuren in het leven van een boom, qua omstandigheden, maar steeds groeit de boom verder vanuit die innerlijke blauwdruk van het ideale beeld van zijn boom. En zo is het dus ook met ons mensen, we worden niet geboren in ideale omstandigheden, soms verre van dat, maar als we ergens al is het maar een millimeter, contact houden met ons ideale, innerlijke beeld, dan groeien we vanuit deze onvolmaakte grond toch verder naar dat ideale beeld. Het is er beiden, de onvolmaakte grond waarin we worden geboren en het ideale beeld van onszelf als mens. Zo maakt ook Mona in de roman van Griet op de Beeck aan het einde keuzes die recht doen aan wie zij als mens is en niet vanuit de aangeleerde patronen zoals ze als kind met de voor haar onvolmaakte gezinssituatie moest omgaan.
De film Lion, die ik voor de tweede keer zag afgelopen weekend, vertelt de indrukwekkende reis van het jongetje Saroo, dat in India verdwaalt en wordt geadopteerd door een Australisch echtpaar. Op het moment als hij midden 20 is en gaat studeren, wordt hij geraakt in zijn verlangen om op zoek te gaan naar zijn echte moeder en broer. Het moment dat hij zijn moeder daadwerkelijk vindt, het verhaal is echt gebeurd, is prachtig en raakte me in mijn eigen verdwaald zijn van de liefde, de onvoorwaardelijke liefde die uiteindelijk de bron is van mijn leven en het terugvinden daarvan. Telkens weer, want vlak voor mijn vakantie dacht ik toch echt dat ik het nu gevonden had en niet meer zou verliezen. Door het te verliezen namelijk, kan ik weer intens ervaren dat ik gevonden word. Ik kon door deze film ervaren dat deze liefde de bron, de basis is ook van de liefde tussen mijn ouders en van het geboren worden van mij bij deze ouders, ook al konden mijn ouders door wat zij zelf hebben meegemaakt in hun leven, die liefde niet altijd ervaren en vorm geven. Het is die liefde die mijn ouders vergeeft, die mijn onvolmaakte omstandigheden vergeeft, heelt, zuivert, schoonmaakt. Stukje bij beetje. En dat is de werkelijkheid waarin ik terecht kom aan het einde van deze innerlijke reis van mijn vakantie. Dat er tegelijkertijd die liefde is, die onvoorwaardelijke liefde als bron, maar ook de onvolmaakte omstandigheden, de onvolmaakte grond waarin ik geboren ben. De liefde doet licht schijnen op die onvolmaaktheid. Het is er allebei. Het een maakt het ander helder. Licht en donker. Hemel en aarde. Deze vraag neem ik dan mee na mijn vakantie in mijn werkzame leven met werk en gezin; hoe verhouden deze twee lagen zich tot elkaar. Die geestelijke, onvoorwaardelijke laag van liefde, die de oorsprong is van al dat leeft en de aardse, onvolkomen laag, die soms zo’n pijn doet en me onveilig doet voelen?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!