Gepubliceerd 19 november 2016 | Door tom ribbens
Vorige week zag ik de film Elysium van de Zuidafrikaanse regisseur Neill Blomkamp. Het was zijn 2e film, na District 9, waarin hij hedendaagse maatschappelijk en sociale kwesties projecteert naar de toekomst. Elysium schetst een wereld waarin de rijken en welgestelden naar een plek buiten de dampkring zijn verhuisd om hun eigen luxe leven te kunnen behouden en voortzetten. Op aarde wonen de afvallers, de loosers, de armen, de have-nots. Ze leven in getto’s en de ‘gelukkigen’ hebben een slavenbaantje in een fabriek waar robots worden gemaakt om de wereld van de welgestelden te bewaken en verdedigen. Wat me vooral raakte was dat de welgestelden zichzelf burgers noemen en de achterblijvers op aarde als niet-burgers beschouwen. Minderwaardig. Nobody’s. Ze hebben geen waarde, hoogstens als werkend voor de welgestelden, maar volledig inwisselbaar, als onderdeel van een machine, waarmee naar believen gedaan kan worden. Geen persoon. Iemanden tegenover de niemanden. Je kunt dat woord voelen, als je het tot je door laat dringen. Jij bent niemand, niet iemand.
Stel je zelf maar eens de vraag; wat maakt een mens nu eigenlijk iemand? Wat is de kern van wat een mens iemand maakt? Volgens mij dat hij wordt liefgehad. En dan niet voorwaardelijk, want dan moet je weer aan een verwachting, aan een eis van een ander voldoen, maar onvoorwaardelijk, van binnenuit. Anders geformuleerd, dat ieder mens vanuit een enorme liefde van binnenuit op dit moment (dus niet ooit ergens in het verleden) wordt geschapen. Dat woord is wellicht voor sommigen te ‘bijbels’. Je zou ook kunnen zeggen; vanuit een enorme liefde van binnenuit wordt gevormd als een uitdrukking van essentie. Zoals alles dat leeft vanuit een enorme liefde wordt vorm gegeven, de boom die daar groeit, het gras, die wolken, de wind, de regendruppels, de dampkring met precies de juiste substantie en grootte om het leven zoals wij dat kennen hier op aarde mogelijk te maken.
Hoe moet ik me dat dan voorstellen? Ik kreeg het beeld van iemand die met alle liefde en volledige, onverdeelde aandacht die hij of zij in zich heeft een tekening maakt, een kunstwerk, een schilderij. En wij en alles dat leeft, de aarde, het heelal, onderdeel is van dat levend schilderij, dat kunstwerk. Ik moet denken aan een van mijn lievelingspsalmen, die voor mijn gevoel uitdrukt vanuit welke essentie, welke liefde, welke massief gebundelde aandacht wij en alles dat leeft op dit moment wordt gemanifesteerd, geschapen. U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de schoot van mijn moeder. Ik loof u voor het ontzaglijk wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel. Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor u geen geheim. Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één (psalm 139).
Maar wat doen wij en ik ken dat maar al te goed, we plaatsen ons buiten dat schilderij. We plaatsen ons buiten die voortdurend voortgaande en groeiende schepping. Omdat ons hart gekwetst is en we denken dat de liefde en aandacht die in het schilderij zit, niet voor ons is weggelegd. Dat we niet zijn om van te houden, dat er iets niet klopt aan ons. We de liefde niet waard zijn. We maken ons vanuit ons ego minder en tegelijkertijd meer door ons buiten die cirkel van liefde te plaatsen. En zonder dat we er bewust van zijn, worden we op die manier van iemand, niemand. Grappig, Tijn Touber bracht me in zijn boekje Het geheim van genialiteit op het spoor van het bekende nummer van The Beatles, geschreven door John Lennon, Nowhere man. Leuk om die tekst te lezen vanuit de achtergrond van wat ik net schreef. He’s a real nowhere man. Sitting in his nowhere land. Making all his nowhere plans for nobody. Doesn’t have a point of view. Knows not where he’s going to. Isn’t he a bit like you and me? Nowhere man please listen. You don’t know what you’re missing. Nowhere man, the world is at your command. He’s bilind as he can be. Just sees what he wants to see. Nowhere man, can you see me at all. Nowhere man don’t worry. Take your time, don’t hurry. Leave it all till somebody else lends you a hand.
Voor mij is dit de grootste uitdaging van deze tijd, weerstand bieden tegen een neoliberaal systeem dat er door een blind geloof in het marktmechanisme voor zorgt dat er een steeds grotere tweedeling ontstaat tussen arm en rijk, have en have-nots, winners en loosers, iemanden en niemanden. Er is geen verbinding tussen deze werelden, zoals Joris Luyendijk (Dit kan niet waar zijn) en Thomas Piketty (Kapitaal in de 21e eeuw) zo goed laten zien. En dat ligt niet alleen aan de leiders die we kiezen, zoals Donald Trump de afgelopen week. Ik denk dat ieder van ons een belangrijke rol kan spelen in het elkaar herinneren dat we iemand zijn en niet niemand. Ik zie jou, zoals ze zeggen in de film Avatar. I see you. We kunnen elk moment die iemand die we zijn bevestigen en waarmaken. Door niet automatisch en gedachteloos onze rol uit te voeren, maar telkens onszelf en de ander te zien als iemand, als iemand die in wezen wordt liefgehad. Door de ander te zien als mens en niet als product binnen een door geld gestuurd systeem. Op die manier maken we verbinding met de ander als onze gelijke. Zo ontstaat er eenheid, maar ook vrede. Vrede is meer dan de afwezigheid van oorlog. Vrede, verbinding, vraagt telkens weer een inspanning om contact te maken met onze eigen essentie en de ander te zien als iemand zoals wijzelf. Eenheid is noodzakelijk om een volgende stap te zetten in onze evolutie als mens. Ga maar naar de nieuwe film Arrival waarin die noodzaak van eenheid op een prachtige en originele manier wordt vormgegeven!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!