Gepubliceerd 05 oktober 2013 | Door tom ribbens
Gisteren zat ik met Bo voor het station in Tilburg te wachten op Gebi die ons met de auto zou ophalen. Het duurde wat langer dan gepland en zo zagen we in een klein uurtje vele mensen langskomen van en naar het station. Afgezet worden, opgehaald worden, lopend, fietsend. Al een tijdje ben ik mijn eigen begeerte aan het onderzoeken, mijn neiging om te willen hebben. Ik schreef daar eerder over. Nu kwam plots het inzicht in me op dat iedereen in essentie van de liefde is. Dat inzicht raakte me diep. Zo is de liefde met ieder van ons bezig, ook al hebben we het vaak niet in de gaten. De liefde is bezig om ons te veroveren, om bij ieder van ons die plek te vinden waar de liefde thuishoort, daar waar wij ons leeg voelen, eenzaam. Daar waar de wereld ons niet kan vullen. Het is onze eigen wijsheid, onze koppigheid, onze trots, die hardnekkig vol blijft houden dat we het wel alleen kunnen, de liefde niet nodig hebben. Dat we het geluk buiten onszelf, in de zichtbare wereld om ons heen kunnen vinden. Dat is in ieder geval wat ik bij mezelf herken. En daarmee houd ik de liefde buiten de deur. De liefde wacht daar geduldig op mij totdat ik de deur open doe.
Een paar weken terug was er een soort van braderie in de Willem II straat in Tilburg, waar het nieuwe culturele seizoen werd geopend door onder andere Paradox en de Nieuwe Vorst. Zelf waren we aanwezig op uitnodiging van Pleiade, een van de winkels in de straat, met een kraampje van Pluk&Plenty met groentjes en lokale producten van Landgoed Nieuwkerk. Naast ons waren een aantal spirituele helers, die aan voorbijgangers een kort consult gaven. Ook ik werd in een rustig moment uitgenodigd voor een handmassage en het was heel mooi wat daar in een kleine 10 minuten uitkwam. Wow, wat een kracht heb jij. Alles is al aanwezig, maar je denkt nog steeds dat je er hard voor moet werken. Het beeld dat ik krijg van jou is een grote boom waarbij het fijn toeven is in de schaduw. Meer hoef je niet te doen. Ik was verrast door dit heldere beeld dat zo snel werd gezien door deze therapeute. En zeer herkenbaar dat hard blijven werken voor iets dat er eigenlijk al gewoon is. Zo schep ik mijn eigen gevangenis voor de enorme rijkdom die aanwezig is. Op die manier houd ik de liefde die er voor me is en op me wacht buiten de deur.
Toch is het ook zo dat ik telkens opnieuw leer dat de beperking van deze gevangenis het beginpunt is van mijn bevrijding. Het gaat hier over de beperking van mijn persoonlijkheid, die de afgescheidenheid veroorzaakt tussen mij en de liefde om me heen. En toch is die beperking, die handicap, mijn onvolmaaktheid het beginpunt voor de liefde die met mij wil werken. Het toelaten van die liefde begint bij het onder ogen zien en aanvaarden van deze beperking. En het voelen van de pijn daarvan. Vaak wil ik niet stil staan, maar wil ik naar buiten met mijn aandacht. Weg van mezelf, weg van mijn pijn, van mijn beperking. En dus ook weg van de liefde, die juist werkt met deze beperking. Die liefde weet precies wat ik nodig heb. Maar zo vaak ben ik eigenwijs en denk dat ik beter weet wat ik nodig heb en zoek het geluk buiten mezelf. Het is eigenlijk ongelooflijk hoe collectief we vastzitten in die neiging om het heil buiten onszelf te zoeken. Het lijkt wel of die collectieve kracht steeds sterker wordt. Dan heb ik het bijvoorbeeld over internet, over de sociale media, over de Grand Theft Auto 5.0. Escapisme noemt Govert Derix dit in een column in de Volkskrant. Ik heb zelf die neiging ook om telkens maar weer mijn mail te checken, te kijken of iemand reageert op mijn Facebook input, of er nieuws is op de site van de Volkskrant, te kijken naar de voetbaluitslagen.
Dat naar buiten gericht zijn is als een soort lek, waardoor mijn vat leegloopt zou je kunnen zeggen. Het vat dat wordt gevormd door het aanvaarden van mijn beperking, mijn onvolmaaktheid. Als ik dat doe, als ik mezelf in mijn onvolmaaktheid aanvaard, vormt dit het vat, de basis om de liefde in mij te ontvangen. Dan ontstaat er een samenwerking tussen essentie en persoonlijkheid die het doel heeft om de liefde die ik ontvang, door te geven aan de omgeving om mij heen. Mijn eigen leven wordt dan de uitdrukking van de liefde. Als ik maar met mijn aandacht bij mijzelf blijf. Als ik maar in staat ben om mijn eigen leven te lijden, vorm te geven, de waarde te geven die het heeft. De liefde wordt in mij geboren, de liefde vormt in mij een hart van waaruit ik mijn leven vorm geef. Ik word het instrument van die liefde. Dit gebeurt niet automatisch. Daar is veel bewustzijn voor nodig. Veel worsteling, veel twijfel, veel niet weten. Veel standvastigheid ook in het gericht blijven op die liefde. Het toelaten van pijn, het toelaten van lijden. Het vraagt overgave van mij aan deze liefde. Hoe bang ik daarvoor ook ben!
Dit klinkt misschien allemaal heel zweverig, maar spiritualiteit kan ook een hele goede manier zijn om het eigen, beperkte en onvolmaakte leven juist te ontwijken en de pijn daarvan niet te voelen. Het is natuurlijk heel fijn en verleidelijk om op te gaan in een spiritueel, symbiotisch eenheidsgevoel en dat beeld voor jezelf te koesteren. Je houdt je eigen onvolmaakte, donkere kant buiten de deur, waardoor het onvermijdelijk is dat je deze kant van jezelf projecteert op anderen, buiten jezelf. Het kwaad buiten jezelf dat bestreden dient te worden met de spirituele waarheid die jezelf in pacht lijkt te hebben. Maar eigenlijk is het een illusie, een beeld van de werkelijkheid. Het is alsof je denkt dat een boom of een plant gaat groeien zonder dat je het zaadje van je eigen onvolmaaktheid in de aarde hoeft te stoppen. Daar werd ik me opnieuw van bewust tijdens de de latifa-meditatie van afgelopen maandag. Tijdens deze oefening visualiseer ik de groei van een plant als symbool voor de eigen, menselijke groei. En het verwondert me steeds weer dat deze groei begint in het donker, in de schoot van de aarde. Het vrouwelijke dat het mannelijke ontvangt en onlosmakelijk met elkaar verbonden is. Het lijkt soms alsof we in een moment van onwetendheid, van onbewustheid dat licht en donker, dat allebei nodig is voor groei, dat mannelijke en het vrouwelijke, van elkaar zijn gaan scheiden en goed en kwaad zijn gaan noemen. Het donker is nodig voor natuurlijke groei, waar wij als mens onderdeel van zijn. Het kwaad bestrijden is hetzelfde als het donker bestrijden, de aarde bestrijden waar we het zaadje in stoppen om naar het licht te groeien. Het kwaad is misschien wel niets anders dan dat onvolmaakte deel in onszelf dat we niet onder ogen durven zien.
Het eerste half jaar werd ik geconfronteerd met de bezuinigingen op de individuele re-integratietrajecten die ik onder de naam WerkWaardig organiseerde voor klanten van Sociale Zaken. De inkomsten liepen drastisch terug, ik moest bezuinigen op mijn uitgaven en mijn focus verleggen naar nieuwe gebieden, nieuwe mogelijkheden. Het lijkt nu of ik een nieuwe basis gevonden heb om verder te groeien. Met een 10-tal kleine dagbestedingsprojecten zijn we bezig een coöperatie te vormen om met behoud van onze eigenheid toch een groot volume te maken en zichtbaar te maken naar gemeentes toe die vanaf 2015 gaan beslissen over de gelden voor deze dagbestedingsprojecten. Daarnaast ben ik met een werkgroep Transitie aan het kijken of we in Tilburg (en omgeving) een doorstart kunnen gaan maken van Transition Town Tilburg, die zo’n 5 jaar geleden is gestart, maar onlangs is opgehouden te bestaan. Tot slot ondersteun ik met mijn deskundigheid in het opzetten van een moestuin voor dagbesteding het lokale initiatief Stadstuin Theresia waar vanuit buurtbewoners een transitieproject wordt opgestart. In dat project komen zorg, cultuur, duurzaamheid, groen en activering samen. Soms stagneert mijn groei of worden mijn takken gesnoeid om daarna een nieuwe weg te vinden om verder te groeien vanuit nieuwe grond, nieuwe basis. Zo ontstaat er een nieuwe boom, waarvan ik de stroom maar hoef te volgen, waarvan ik mag leren dat ik er niet hard voor hoef te werken, maar deze er gewoon te laten zijn.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!