Gepubliceerd 04 november 2015 | Door tom ribbens
Het is een prachtige herfst dit jaar. En hij duurt lang, omdat er nog weinig storm en strenge vorst is geweest, waardoor de blaadjes langzaam aan de bomen kleuren, loslaten en in dikke lagen hier in het bos de aarde bedekken. Maar ook in de stad, zag ik vandaag in Tilburg, waar het blad met een bladblazer wordt bijeen geblazen en in grote karren wordt weggevoerd naar een grote composthoop ergens aan de rand van de stad.
Het is herfst in de tuin rondom ons huis en in de moestuin van Pluk&Plenty. Als ik de hond uitlaat hier in het bos, voelt het alsof we in de herfst wonen. Het is een bijzonder jaargetijde, omdat er alles inzit. De oogsttijd, waarbij de bloemen van de plant vruchten zijn geworden, zoals de pompoen, courgette, tomaten, paprika, komkommer. Daarna vergaan de planten en vormen op die manier weer compost voor de planten van het volgend voorjaar. De vruchten dragen weer zaden in zich, de potentie voor het nieuwe leven. De natuur laat zien dat sterven en geboren worden hand in hand gaan, dat het leven zich in een cyclus ontvouwt. Zo is het in de natuur buiten ons, maar ook in onze binnenwereld.
Jammer dat we dit zo snel vergeten en verstrikt raken in de wereld die de mens als een soort harnas om zich heen heeft gebouwd. Het is de wereld van de zakelijkheid, de rationele benadering, de economie, waarbij winst maken en geld verdienen een doel op zich is geworden. Het is koud, zonder hart. Het is kunstmatig, zonder levengevend principe. Hier is geen sterven, maar ook geen leven. We zijn bang voor de dood, maar ook bang om te leven en passen ons als robots aan binnen het economisch kader, dat al even dominant is als vroeger de kerk, waartegen de generaties voor ons, zich zo hebben afgezet. Als wij zelf in dit kunstmatige, door mensen gefabriceerde systeem verstrikt raken, zijn we het voorbeeld van de natuur kwijt en spiegelen we ons aan een levenloze perfectie waartegen we het altijd afleggen. Zo vormt zich een structureel gevoel van minderwaardigheid, een leegte, een tekort dat volgens diezelfde economie alleen maar gevuld kan worden door te kopen, te consumeren. Zo zijn we zonder het ons bewust te zijn onderdeel geworden van de machine van het marktmechanisme, die in hoge mate ons gedrag bepaalt.
Het organische van de natuur, van het leven zelf, is zo mooi zichtbaar in de herfst, waar we vaak ook onze angsten tegenkomen, onze depressie, onze valse overtuigingen, onze minderwaardigheid, onze destructiviteit. Het is de tijd van aartsengel Michaël, die met zijn zwaard de draak verslaat. De draak die symbool staat voor de angsten, onzekerheden, het kwaad dat we in onszelf tegenkomen. Vaak weten we hier niet mee om te gaan, we hebben niet geleerd om deze gevoelens onderdeel te laten zijn van ons leven. Thich Nath Hanh, de boeddhistische zenleraar beschrijft het heel mooi; als je goed naar een bloem kijkt, naar de frisheid en schoonheid daarvan, zie je ook dat er compost in zit, die van organisch afval is gemaakt. De tuinman heeft dit afval vakkundig weten om te zetten in compost en met deze compost liet hij een bloem groeien. Bloemen en afval zijn allebei organisch van aard. Dus als je goed naar de aard van een bloem kijkt, zie je ook dat er compost en afval aanwezig zijn. De bloem wordt zelf ook weer afval. Maar maak je geen zorgen! Je bent een tuinman en je hebt de macht om afval te transformeren tot bloemen, vruchten of groenten. Je gooit niets weg, omdat je niet bang bent voor afval. Je handen zijn in staat om het om te zetten tot bloemen, sla of komkommers. Hetzelfde geldt voor je geluk en je verdriet. Verdriet, angst en depressie zijn allemaal een soort afval. Deze stukjes afval maken deel uit van het echte leven en we moeten goed kijken naar de aard daarvan. Je kunt leren om deze stukjes afval om te zetten in bloemen. Niet alleen je liefde is organisch, je haat is dat ook. Gooi dus niets weg. Het enige wat je hoeft te doen, is leren hoe je je afval kunt transformeren tot bloemen.
Het eerste wat we daarvoor moeten doen, is ons gevoel toelaten. Het gevoel van angst, van leegte, van depressie, dat we liever uit de weg gaan met al onze manieren die we hebben aangeleerd om dit nare gevoel te vermijden. Dat kan hard werken zijn, carrière maken, spullen kopen, het slechte gevoel weg eten, drinken, ons verliezen in een zoveelste verliefdheid. Totdat we zo met de rug tegen de muur staan, dat we niet anders meer kunnen dan om hulp vragen. Dat kan een vriend zijn, een hulpverlener, maar dat kan ook hulp vragen van binnen.
Ik merk zelf dat als ik mijn innerlijke angsten tegenkom, mijn depressie, dan hebben die te maken met wat ik noem mijn bottleneck, mijn basistrauma uit mijn verleden. Zoals ieder mens zo’n basistrauma heeft, waarin hij steeds vast komt te zitten, net zolang totdat alle kluwen zijn ontrafelt en er licht kan schijnen in de donkerte van de crack in ieder van ons (vrij naar Leonard Cohen). Hoe vaak kom ik deze niet tegen en telkens leer ik weer iets meer over mezelf, over hoe ik me toen als kind voelde in die situatie waar vanuit de buitenwereld, vanuit mijn directe omgeving geen liefde was, verwaarlozing. Niet bewust of expres, maar puur uit onwetendheid. Het is dan wonderlijk, als ik op deze plek in mezelf durf aanwezig te zijn, dat ik merk dat hier juist vanuit hoger hand liefde aanwezig was en nog steeds is. Daar waar mijn nood het grootst is, als ik daar niet hard voor wegloop, maar het toelaat, dan is de redding nabij.
Dat is de plaats en het moment dat ons gevraagd wordt om ons over te geven, onze controle, onze houvast los te laten en een stap te zetten in het onbekende. Het antwoord dat we krijgen is onverwacht, een antwoord precies op maat, wat we niet met ons hoofd kunnen bedenken. We voelen ons bevrijd, maar vallen na een tijdje onvermijdelijk weer terug in ons oude patroon, totdat we weer met de rug tegen dezelfde muur niet anders kunnen dan overgeven, buigen. En weer komt er een antwoord, intiem, persoonlijk, vanuit de liefdevolle werkelijkheid, die blijkt aan onze kant te staan, te vertrouwen is. Dit proces herhaalt zich telkens weer totdat er in onszelf een innerlijk centrum ontstaat, dat onze nieuwe basis wordt. Als land dat stukje bij beetje op de zee wordt veroverd. Een basis van waaruit we leven, maar ook telkens weer sterven, zodat ons afval getransformeerd wordt tot een vruchtbare bodem waar de bloem van onze essentie kan bloeien.
Ik ben zelf begin november jarig en dus echt een kind van de herfst, een kind van het transformeren van afval, de afval van mijn eigen depressie en innerlijke angsten. Deze herfst kom ik er weer opnieuw achter dat deze transformatie, dit menselijk vermogen om lood in goud te veranderen, de kern is van ons menselijk bestaan hier op aarde. Dit is wat wij volgens mij wezenlijk hebben toe te voegen aan het geheel. Het is een verschuiving van de identificatie met onze persoonlijkheid, die van de wereld is naar het identificeren met onszelf als van goddelijke oorsprong. In ieder van ons zit een stukje God en wij zijn de akker waarin God geboren wordt. En met ons lijden, dat ieder op zijn of haar eigen manier ervaart, wordt deze akker omgeploegd, bewerkt om vruchtbare grond te zijn voor de geboorte van dat stukje God. Dat diepe besef maakt me stil van binnen, dankbaar en gezegend. Het geeft mijn leven als mens zin en betekenis, het is de ervaring die mij gelukkig maakt.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!