Door dat scheurtje kan het licht naar binnen schijnen. Leonard Cohen zong het al: there’s a crack in everyone, that’s how the light gets in. Want daarbinnen, binnen in jouw illusie zit hetzelfde als het licht wat naar binnen schijnt. Binnen verlangt naar buiten, buiten verlangt naar binnen. Je wordt geraakt. Door iemand, door een tekst, door een beeld, een film, kunst, muziek. God. Misschien schrik je je te pletter en doe je er alles aan om deze opening te dichten. Dat gaat nooit helemaal meer. Het korstje blijft tot een volgend moment van crisis en weer schijnt het licht naar binnen. De liefde die jou zoekt, jij die de liefde zoekt. O, daar kom ik vandaan. Dat was ik helemaal vergeten. Nu weet ik ik weer. Nu weet ik het weer en nu vergeet ik het weer. Telkens opnieuw. Tot dat ik mezelf zie mediteren, iedere ochtend en avond om dat gaatje open te houden. Het verlangen levend te houden. Dit is de tijd dat je je aansluit bij een leraar, een guru, een beweging, cursussen doet, workshops.

Door de crisis, in wat voor vorm dan ook, ontstaat er een scheurtje in de persoonlijkheid. In wat tot dan toe als vanzelf werd aangenomen. Dat vanzelf kan een en al ellende zijn, maar omdat je niet anders kent, is dat jouw omstandigheid of een en al geluk. Maar dan wel werelds geluk, afhankelijk van uiterlijke omstandigheden (je hebt een baan, een vrouw, kinderen, een mooi huis en noem maar op). En door dat scheurtje kan er iets van dat grote licht dat om ons heen is, iets van die liefde, naar binnen schijnen, zoekend naar hetzelfde binnen. Naar jouw kern die ook uit liefde bestaat, jouw ziel, jouw bron. Dat wat er al was voor je geboorte en er zal zijn na je dood. Met of zonder bewustzijn.

Ieder zal op zijn of haar manier zo’n ervaring hebben van de liefde die er is. Niet abstract of zweverig, maar voor jou. Jij wordt gekend, jij wordt gezien. Heel persoonlijk. Soms kan dat een hele overweldigende ervaring zijn. Ik ken het verhaal van iemand die maandenlang in een extatische staat was. Van geluk, van liefde. Van tevredenheid met zichzelf. Maar dat ging weer over. Altijd gaat dat weer over en moet je weer van die berg af naar het dagelijkse leven. Wij zullen zolang we in dit lichaam huizen niet afkomen van de dualiteit die bij dit aardse leven hoort. Licht en duisternis horen bij elkaar, zoals yin bij yang hoort. Zoals het donkerste punt van de nacht vlak voor zonsopkomst zit.

Zoals ik langzaam maar zeker naar mijn eerste punt van crisis werd gebracht, bracht dat punt van crisis me bij mijn eerste ervaring van liefde, van onvoorwaardelijke liefde. En ik vond die in de bijbel, in het lezen van het verhaal van Jezus. Het was het poëtische Johannes-evangelie dat me raakte in mijn hart. Dat ik ook weer kon verdwalen in die liefde leerde ik pas later weer, in mijn tweede crisis en schokmoment. Toen ik ging houden van een meisje dat zich niet als vrouw aan me kon binden en verliefd werd op mijn beste vriend. Toen die gevoelens wederzijds waren en hij er ook nog werk van maakte, moest ik een einde maken aan het contact met deze mensen waar ik toen het meest van hield. Wat een klus is het om de liefde te kunnen ontvangen die er voor me is. Om die op mijn diepste punt te ontvangen. Gelukkig zoeken we samen, ik naar de liefde en de liefde naar mij.

Wat waren jouw momenten, ervaringen van onvoorwaardelijke liefde? Waar werd je door geraakt?