Gepubliceerd 11 november 2012 | Door tom ribbens
Onder de oppervlakte van mijn persoonlijkheid met zijn patronen en identificaties met de wereld om zich heen stroomt een rivier. Een rivier die mij brengt langs de schoonheid van de seizoenen. De wind waait langs mijn gezicht. Ik ben alleen, maar voel me gedragen, ondersteunt door de liefde die me omvat. In mij ervaar ik een diepe vrede en aanvaarding. De rivier voert me naar de plek waar ik gevonden word en thuiskom. Het enige dat ik in mijn leven hoef te doen is een zeewaardig bootje bouwen, deze in de rivier te laten zakken, in te stappen en me mee te laten drijven.
Dit beeld dat vanmorgen tijdens mijn meditatie in me opkwam, lijkt op de tekst die ik gisteren las op een poster op het raam van een studentenhuis in de binnenstad van Tilburg; het leven is als op een trein stappen en kijken waar deze je heen brengt.
Het is er tegelijk, de angst en pijn van mijn persoonlijkheid, die zich vastklampt aan de uiterlijke wereld. Die elke verandering in de vorm ziet als een bedreiging. Die alles wat op hem afkomt naar eigen believen goed- of afkeurt, naar zich toetrekt of van hem afstoot. Die bang is om te verliezen wat hij heeft, wat hij denkt te hebben. Gezondheid, geliefden, werk, het leven zelf. Daarnaast is er de dieper liggende, geestelijke werkelijkheid, die meestal volledig wordt overwoekerd met dat wat het dagelijks leven van me vraagt. Als het onkruid in de tuin, dat nu gelukkig door de herfst tijdelijk stopt met groeien. Af en toe geeft de geestelijke, dieper liggende werkelijkheid een signaal, zoals een kaartje dat ik trok een paar weken terug met de tekst; Ik ben me er voortdurend van bewust dat ik veilig ben, God leidt en beschermt me.
De week rond mijn verjaardag op 2 november was wonderlijk. Eerst was er de sessie met een van mijn geestelijk begeleidsters, Marleine Driessen van de Innerlijke Lijn. Ik kwam helemaal bij de kern van het punt waar ik me hardnekkig vastklamp aan de uiterlijke kant van het leven. Aan mijn diepliggende overtuiging dat ik het alleen moet doen. Ik ben verantwoordelijk voor het geheel, ik moet de last van mijn leven dragen. Afgescheiden, los van de liefde die er voor me is. Ik kwam bij het punt dat mijn innerlijk lijden zoals ik dat in mijn vorige artikel beschrijf me uiteindelijk brengt bij de overgave aan de liefde die er voor me is. Bij het ervaren dat er wel ondersteuning en hulp voor me is. Dat ik niet alles alleen hoef te doen. De betekenis die dit lijden voor me heeft, raakte me diep. Dat ik hierin wordt gezien door de liefde.
Een dag later deden we met de groep van project Natuurlijk Werken een oefening rond de dag die vanuit de katholieke kerk Allerzielen wordt genoemd, precies de dag dat ik geboren ben.Bij de inleiding op de oefening vertelde ik de theorie dat ieder mens geboren wordt vanuit de heelheid, de volmaaktheid en terecht komt in de wereld van de dualiteit, de onvolmaaktheid. Deze geboorte geeft voor ieder mens een trauma. Ieder mens heeft hierin zijn eigen, persoonlijke ervaring. De pijn van dit trauma is voor een kind onverdraaglijk en ieder bouwt om deze pijn heen een harnas, een masker. Dit masker zou je kunnen noemen je persoonlijkheid of misschien nog beter je valse persoonlijkheid, omdat je er op een gegeven moment vanuit gaat dat je deze persoonlijkheid bent. Je verliest het contact met de heelheid waar je vandaan komt, het contact met je eigen essentie. Soms gebeurt het dan dat er toch iets van een verlangen in je opkomt. Vaak wordt dit verlangen materieel vertaald, naar het willen hebben van iets. Een groter huis, een nieuwe auto, een verre vakantie. Maar als je goed luistert, kun je het zuivere verlangen verstaan naar de heelheid waar je vandaan komt, naar je essentie. Het kan het begin zijn van een zoektocht naar de parel die je verloren bent. Het mooie is dat er vanuit de andere kant, vanuit de liefde ook naar jou gezocht wordt. Deze twee bewegingen kunnen samenkomen in een punt, in een ervaring van je essentie, van wie je eigenlijk bent. Een essentiele ik-ervaring. Als we het dan hebben over leven en dood, zou het kunnen zijn dat een deel van je sterft op het moment dat je overlijdt. Dat wat van de aarde is, keert terug naar de aarde. Maar die essentiele ik-ervaringen, die vol leven zijn, zijn sterker dan de begrenzing van het materiële, van het lichaam en blijven leven. Er is een wijsheid die zegt dat er niets verloren gaat en alles terugkeert naar zijn oorsprong, daar waar het vandaan komt. Als je nog een stapje verder gaat in deze theorie zou je kunnen zeggen dat van ieder mens die reeds gestorven is, de essentie nog aanwezig is. En dat je deze essentie die nog bestaat in de wereld zonder de begrenzing van tijd en ruimte om hulp zou kunnen vragen.
De oefening bestond hieruit dat we gingen zitten rond een mooi leeg bord en een mandje vol kaarsjes. Ik vroeg iedere deelnemers te denken aan iemand die gestorven was, iemand die indruk op hem of haar had gemaakt. Tegelijkertijd dacht je dan aan de kwaliteit die je van deze bijzondere mens herinnert, de kwaliteit die iemand in essentie had. De persoon werd genoemd met de kwaliteit en een kaarsje werd aangestoken en op het bord gezet. Het was mooi om te zien hoe de gestorven mensen met deze respectvolle aandacht weer tot leven kwamen en er bijna 20 kaarsjes uiteindelijk het bord vulden. Ik schreef alle kwaliteiten op het papieren vel waar ik eerder de theorie van de inleiding op had geschreven. Het was een prachtige verzameling van kwaliteiten, die nog steeds aanwezig zijn in de geestelijke, volmaakte en essentiële werkelijkheid en die we om hulp kunnen vragen in tijden van wanhoop of het niet-weten.
Een dag later vertrokken we met heel het gezin naar Zeeland om de verjaardag van mijn moeder te vieren, die op dezelfde dag als ik jarig is en 70 werd. Ik voelde me niet fijn, zat niet in mijn gevoel, voelde me afgescheiden. Het is een gevoel dat ik meestal heb op de dagen rond mijn verjaardag en waar ik dan mee worstel. Waarom voel ik me niet vreugdevol, niet feestelijk? Toen ik mezelf de vraag stelde wat ik nu precies voelde, was het antwoord confronterend. Mijn vervelende en afgescheiden gevoel was het gevolg van een beweging die ik zelf maakte, namelijk een beweging uit de cirkel van liefde die er voor me is. Ik kreeg het niet voor elkaar om mezelf in het middelpunt van de liefde te zetten en zag nu heel scherp dat ik zelf die beweging maakte. Meestal ben ik boos, teleurgesteld, gekwetst als ik niet de liefde krijg die ik nodig heb van iemand buiten mezelf. Lees; als iemand niet het gat opvult van de liefde die ik als kind gemist heb.
Ik ben dan boos op iets of iemand buiten mezelf, maar nu zag ik dat ik wel word liefgehad, dat er wel liefde voor me is, maar dat ik mezelf buiten de cirkel van liefde plaats. Ik kan daar niet iemand anders de schuld van geven. Confronterend om dit oude patroon te zien, maar er niet direct iets aan te kunnen doen. Het enige wat ik kon doen is aanvaarden zoals het is, aanvaarden zoals ik me voelde.
Pas nu, een week later, kom ik weer bij mezelf. Het is voor mij vaak moeilijk om contact te houden met mezelf en mijn diepere gevoelens als ik in de wereld ben met (veel) mensen om me heen.
Deze zondag had ik de ruimte om alleen te zijn. Dat gaf me de veiligheid om mijn gevoel toe te laten. Het gevoel dat ik van binnen gevonden word, dat dit gevonden worden een diep verlangen is. Van mij, maar volgens mij van iedere mens. Ik ben niet verloren, wat ik regelmatig wel zo voel als ik me beweeg in de wereld om me heen, maar word van binnen gevonden door de liefde die er voor me is. Het is een ervaring die zich regelmatig afwisselt, dan weer verloren om vervolgens gevonden te worden.
Dit zuivere verlangen wordt prachtig opgewekt in de film August Rush, die we afgelopen donderdag met de groep van project Natuurlijk Werken keken. Het is een modern sprookje van Walt Disney. Amerikaans, sentimenteel misschien, maar als je kijkt naar welke zuivere emotie er wordt opgeroepen kan deze film een mooie herinnering zijn aan het menselijk oerverlangen van het gevonden worden.
Zo is tegelijkertijd mijn persoonlijkheid als mijn essentie aanwezig. Soms denk ik dat ik mijn persoonlijkheid moet veranderen om verder te komen op de weg van de liefde. Stiekem kruipt dan mijn criticus tevoorschijn, die misschien wel de waarheid ziet, maar kijkt zonder hart. Het enige dat tot verandering leidt is de liefde van binnenuit. De liefde aanvaardt mijn oude persoonlijkheid en vormt deze om totdat het een bruikbaar instrument wordt voor de liefde. Zoals de boot waarin ik stap om me mee te laten drijven op de rivier die mij brengt naar de plek waar ik gevonden word en thuiskom.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!