Gepubliceerd 15 juni 2019 | Door tom ribbens
Het is alweer een tijd geleden dat er een reunie plaatsvond van mijn middelbare school in Terneuzen. In mijn tijd Petrus Hondius geheten, nu de Rede. Ik ontmoette op die reunie een oude vriendin, die me vertelde dat ik vroeger altijd bezig was met het zoeken naar de zin van het leven. En ze zei daar met een licht verwijtende toon achteraan; en dat doe je nu nog steeds! Heb je dat antwoord nu nog steeds niet gevonden? Word volwassen! Ik hoorde het haar denken, terwijl ze de zoveelste sigaret opstak en nipte aan haar volgende volgeschonken glas wijn. Hoe kun je daar als mens nu niet mee bezig zijn, vroeg ik me af.
Iedere week geef ik, zoals jullie ondertussen wel weten, voor een groepje mensen de latifa-meditatie en ik merk dat in deze latifa alles aanwezig is wat voor mij belangrijk is voor mijn huidige antwoord op de zin van het leven. Een antwoord dat niet statisch is, maar zich steeds weer opnieuw laat ontdekken. De latifa heeft met het benoemen van de essentiële, menselijke kwaliteiten (aanvaarding, verlangen, hoop, vertrouwen, overgave, liefde en wil) en de visualisatie van de groeiende plant alles met groei te maken. Menselijke groei. Dat betekent eigenlijk en dat heeft voor mij met de zin van het leven te maken, dat bewustzijn groeit. En bewustzijn groeit in ons mensen.
In ons huidige, collectieve bewustzijn zien wij materie als het uitgangspunt voor alles dat leeft. Dat is de visie waar wij sinds Darwin in geloven. Vanuit dat uitgangspunt vinden we ook dat bewustzijn begint bij de mens. Eerst was er de mens, die was dom, onbewust, onbeschaafd en toen kwam de tijd van de Verlichting, die ons uit het moeras van de achterlijke middeleeuwen trok. Descartes die zei; ik denk dus ik ben. En met dat denken, kwam er bewustzijn. Ik vind dat een materieel uitgangspunt. Bewustzijn gekoppeld aan het lichaam, dat er eerst was. Dat is voor mij zo mooi en baanbrekend aan het onderzoek van Pim van Lommel naar bijna dood ervaringen, dat mensen die fysiek dood worden verklaard, nog steeds een bewustzijn hebben, een ervaring hebben en daar later over kunnen vertellen. Nu wordt dit onderzoek van Van Lommel bekritiseerd door andere wetenschappers die zeggen, ja, die mensen waren helemaal niet klinisch dood, die van Lommel heeft de boel belazerd. Dat lijkt dan een wetenschappelijk antwoord, maar voor mij is het veel meer het hardnekkig vasthouden aan het hedendaagse geloof dat materie het begin en uitgangspunt is en dat er zonder lichaam geen bewustzijn kan zijn. Het is echt een grote verschuiving in denken als je inziet, begrijpt dat er eerst bewustzijn is en daarna pas materie, daarna pas wij als mens. Dus dat bewustzijn ons geschapen heeft, dat bewustzijn jou en mij geschapen heeft en niet andersom! Dat vind ik een heel boeiend uitgangspunt, dat me diep van binnen raakt.
Want als we uit bewustzijn zijn geboren dan is dat bewustzijn dus ouder dan ik, is dat bewustzijn er eerder dan ik. En zal er ook nog zijn als ik, de ik gekoppeld aan mijn lichaam, er niet meer is. En dan zou je zelfs kunnen zeggen dat hetzelfde bewustzijn dat in mij aanwezig is en dat mij nu raakt, dat dat hetzelfde bewustzijn is dat de zon geschapen heeft en de aarde geschapen heeft. Alles dat ik zie, al het onzichtbare en zichtbare, alles dat leeft geschapen heeft. En als ik dan ook nog de moed heb om tegen dat bewustzijn ik te zeggen, dan wordt binnen buiten en voel ik me werkelijk deel van een groter geheel. En dat is precies het punt dat mij van binnen diep raakt. Het is het gevoel, de ervaring dat ik in God ben, omdat alles wat leeft inclusief ikzelf uit diezelfde bron komt. Een tijd terug maakte ik een tekening die deze ervaring goed uitbeeldt. Het was het beeld van het heelal met sterren en planeten en in het midden de Aarde. In plaats van dat de natuur zich aan de oppervlakte bevond van onze planeet, tekende ik bomen, bergen en zeeën aan de binnenkant. Met in het midden van deze binnenste buitengekeerde Aarde een grote zon. De mens tekende ik al lopend door de natuur als een derwisjdanser die hemel en aarde verbindt. Later maakte ik van die tekening een tablet van klei, dat boven dit artikel is afgebeeld.
Nog even terug naar Descartes, ik denk dus ik ben. Naast Darwin is Descartes een van de pijlers van ons materialistisch geloof zou je kunnen zeggen. Het geloof dat er eerst materie is en dan pas bewustzijn. Wat ik van Gurdjeff, de Armeense filosoof en mysticus, geleerd heb is dat het denken een van de menselijke centra is, naast het lichaamscentrum en het gevoelscentrum. Ook sexualiteit zag hij als een centrum. Deze centra kunnen worden aangestuurd door een bepaald bewustzijn. Het is daarbij, volgens Gurdjeff, dus de vraag of dit denken wordt aangestuurd door een lager, beperkt bewustzijn, waar bv. het ego centraal staat of door een ander, ruimer bewustzijn, dat ‘denkt’ vanuit eenheid, dat alles een is. Dan ziet ons denken er heel anders uit, verfijnder, sneller, minder grof. Het bewustzijn is dus hierin bepalend, niet het denken, zoals Descartes beweert. Denken is net zoals fysiek handelen of voelen een uitdrukking van iets (bewustzijn), niet iets dat stuurt, zoals wij vaak geloven.
Heb ik al verteld over die prachtige droom die ik een tijdje geleden had? Ik kom op een grote, witte sneeuwvlakte terecht. Die is ontzettend glad. Ik begin te glijden en ga steeds harder. Ik probeer de ijsvloer te ontwijken door naar de rand te gaan, waar het dunner is, maar ik glijd verder en kom dan bij een afgrond. Ik val naar beneden, maar ipv. dat ik bang ben, geef ik me van binnen over. Het geeft een heerlijk gevoel. En op het moment dat ik me vanbinnen overgeef, blijkt dat ik kan vliegen. En val ik niet meer. Voor mij is dit een mooi voorbeeld van de verschuiving van materieel bewustzijn, waar ik bang ben om te vallen naar geestelijk bewustzijn als uitgangspunt, waar dus blijkt dat als ik me hieraan overgeef, ik kan vliegen! Een transformatie van bewustzijn zoals de transformatie van een rups naar vlinder!
Tot slot is het hierbij belangrijk om op te merken dat voor mij geest, bewustzijn, het onzichtbare gelijkwaardig is aan de materie, aan het zichtbare. Al eeuwenlang is er die strijd tussen geest en materie gaande, waarbij eerst de geest boven de materie stond (kerk) en nu, als antwoord daarop, de materie boven de geest, het zichtbare boven het onzichtbare. De kunst is om geest en materie aan elkaar gelijkwaardig te beschouwen. Absoluut gelijkwaardig. Omdat het een het gevolg is van het ander, de materie als uitdrukking van de geest, van bewustzijn.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!