Gepubliceerd 10 oktober 2011 | Door tom ribbens
In mijn vorige artikel schreef ik over mijn angst en nood. De nood van mijn verwaarloosde kind. Nood aan liefde, liefde die het heeft gemist. Niet uit opzet, maar omdat mijn ouders zoals alle ouders niet volmaakt waren. Blijkbaar is het nu de tijd dat ik deze nood toe kan laten, kan voelen. Nood met als kern de angst dat er niemand voor me is, dat er geen liefde voor me is. Door dit toelaten word ik me bewuster dat rond dit zelfde punt ook mijn moeite met overgave zit, mijn moeite om hulp te vragen en toe te laten en mijn angst voor controleverlies. Ik zie het patroon, de structuur. Opvallend is dat ik in deze weken een aantal mensen ontmoette die ook tot hun diepste punt van angst kwamen, maar ook juist op dit punt de bodem vonden om weer op te veren.Bovendien had ik een afspraak gemaakt met Marlène Driessen van de Innerlijk Lijn. We stonden stil bij mijn verwaarloosde kind en zijn nood. Ze liet me ervaren dat precies dit verwaarloosde kind de sleutel is naar contact met mijn essentie of wat ze bij de Innerlijke lijn mijn geestelijk deel noemen.
Ze vroeg me in een visualisatie hoe het nu was met dit verwaarloosde kind. Een tijd geleden had ze me in een ontmoeting ook deze vraag gesteld en toen was het kind nog een meter van me vandaan en vroeg het mijn onverdeelde aandacht. Toen het dat kreeg liet het zich zien in zijn licht en enthousiasme als een speels kind. Nu echter voelde ik het vlak voor me, dicht bij me en duidelijk aanwezig. Toen ik er contact mee maakte, kwam het in beweging en omhelsde het me. Wat er ontstond in mij was een soort van versmelting, een uiting van liefde. Ik werd er helemaal warm van en tegelijk voelde ik me onwennig door de intimiteit die ik ervoer. Ik kon me er aan overgeven, in de mate die voor mij klopte op dat moment met Marlène erbij.
Het is voor mijn hoofd niet te snappen dat juist dat deel in mij dat zo verwaarloosd is de ingang vormt voor het toelaten van mijn essentie, mijn geestelijk deel. Dat verwaarloosde kind is in feite mijn essentie die in mijn jonge jaren onderdrukt is geraakt. Uit beeld is verdwenen door de patronen van mijn persoonlijkheid. Door het toelaten van dit verwaarloosde kind kom ik weer op het spoor van mijn essentie. Van dat deel dat mij wil, helemaal wil, mij wil leiden, mij richting wil geven. Het is ook het enige deel dat mij kan leiden naar meer de mens te worden die ik ben. Wat ik voel is dat als ik mijn essentie zijn rechtmatige plek teruggeef dan heb ik alles wat ik wil. Nu is het nog vaak dat ik verlang en dit projecteer op de buitenwereld. Maar juist dat verlangen en die projectie ontstaat omdat ik mijn essentie loslaat. Ik wil dan iets van buitenaf dat mijn gat, mijn leegte vult. Maar als ik dat gat vul met mijn essentie dan ben ik compleet en ben ik mezelf genoeg. De vraag is: durf ik me over te geven, durf ik me toe te vertrouwen? Dat is precies wat er op dit moment aan het gebeuren is, langzaam, voorzichtig. Een collega-coach zei me afgelopen week toen ik mijn verhaal vertelde dat ze voelde dat ik precies dit leven had uitgekozen om tot dit punt te komen. Ik mag leren om daar dan ‘ja’ tegen te zeggen, tegen heel mijn leven.
Afgelopen week kwam ik weer te lezen in de boeken van Almaas. Met name de boeken De essentie en De innerlijke diamant.
De inhoud van wat hij schrijft, drong door mijn innerlijke ervaringen dieper tot me door. Hij beschrijft heel secuur het proces van verlies van essentie en de mogelijkheid om deze weer terug te vinden, te helen. Waar ik me dieper bewust van werd is dat de essentie zich in mij wil ontvouwen. De essentie wil zich in ieder mens ontvouwen. De vraag is alleen; houd ik dat (met mijn persoonlijkheid en zijn aangeleerde patronen) tegen of beweeg ik mee met deze door de essentie gestuurde ontvouwing, zelfverwerkelijking. Het geboren worden van mij als mens. Veel van wat Almaas schrijft en wat ik al eerder heb gelezen, is deel geworden van mijn gedachtegoed en mijn manier van het beschrijven van mijn innerlijk werk en het geboren worden als mens, als individu.
Deze week sprak ik met een klant van mij, van WerkWaardig over dit innerlijk proces. Het is een jonge vrouw, die op haar leeftijd al veel ervaring heeft met deze weg. Ze vertelde dat ze ontdekt heeft dat als ze in haar pijn zit het niet zozeer helpend is om maar in die pijn te blijven. Maar dat ze als de pijn in wat voor vorm dan ook (minderwaardigheid, gekwetstheid, angst) zich aandient, ze vraagt om een ander, positief gevoel, bijvoorbeeld dankbaarheid. Daar waar je aandacht aan schenkt, dat groeit. Er lijkt hier nog ruimte te zijn voor een keuze. Op het moment dat ik ervaar dat ik met de rug tegen de muur sta, dan is er eigenlijk geen keuze meer. Dan word ik met mijn neus op mijn patroon gedrukt en aan het randje gebracht om me over te geven. Of er nu veel of weinig ruimte is, het punt van vragen om hulp is hetzelfde. Ik ga dan open voor wat mijn essentie me wil geven. En die weet heel precies wat ik nodig heb. Zowel in de moeilijkheid dat op mijn pad komt, dat er niet is om mij te pesten, maar precies de informatie geeft om de weg te vinden naar het begrijpen van mijn essentie. Het is net vanuit welke hoek ik ernaar kijk, vanuit de hoek van mijn persoonlijkheid of vanuit de hoek van mijn essentie.
Almaas beschrijft dit in zijn boek ‘De innerlijke diamant’ als volgt; je essentie is erg intelligent en heel gul. Zij beschikt over de gave om een conflict op je bord te leggen opdat je iets te weten komt wat je moet weten, door naar dat conflict of die hindernis te kijken. De situatie die je wordt gegeven is perfect wat betreft tijd, plaats, de betrokken mensen, je vaardigheden, de vaardigheden van de mensen om je heen, alles, tot in de kleinste details. De situatie is zodanig dat je, als je er in feite moeite voor doet, iets zult begrijpen over je essentie. Zij is er niet om het je moeilijk te maken.
Dus daar is waar ik sta. Langzaam ben ik bezig mijn identificaties te kennen en los te laten, mijn gehechtheid, de gehechtheid van mijn persoonlijkheid. De identificatie met mijn gekwetstheid bijv. Vaak denk ik dan aan de mensen die mij gekwetst hebben en blijf vastzitten in de boosheid naar hen, in plaats van de gekwetstheid zelf te onderzoeken. En door dat onderzoek op het spoor te komen van mijn essentie. Hopelijk kan ik me nu die mogelijkheid beter herinneren.
Ik ben in de wereld, maar niet van de wereld, zegt Almaas. Ik ben bezig om mijn essentie te leren kennen, langzaam ruimte te geven, daar waar het een lange tijd onderdrukt en verwaarloosd is geweest. Ik ontdek steeds weer dat dit het belangrijkste in mijn leven is. Het is iets wat ik me steeds weer moet herinneren. Niet mijn baan, niet mijn rol als vader of welke rol ik dan heb in deze wereld, maar dit innerlijk proces van de ontvouwing van de essentie in mij. Het gaat langzaam, maar als het wordt geleid door mijn essentie precies in het goede tempo.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!