Gepubliceerd 22 oktober 2016 | Door tom ribbens
Vorige week deed ik op maandagochtend met een groepje mensen de latifa-meditatie en bij de plek van het hart, van de kwaliteit liefde, visualiseerde ik een plant, die zover is uitgegroeid dat er de eerste bloemen in verschijnen. Ik stond in mezelf stil bij die bloem en plots voelde ik dat ik die bloem was. Ik voelde dat wat ik in mijn leven doe en vorm geef met de individuele begeleidingen die ik doe, de dagbesteding, Pluk&Plenty, dat dat mijn bloem is. Dat was bijzonder, want meestal heb ik het idee, de overtuiging dat dit niet genoeg is. Dat ik meer in de wereld moet zetten om iets te kunnen betekenen. Dan vergelijk ik me met anderen, die in mijn ogen meer presteren dan ik. Ik voel me minderwaardig. Nu was het anders. Ik voelde me deze plant met takken en bladeren en bloemen die verschijnen, gewoon vanuit de dingen die ik doe. Het kwam misschien ook door de open dag bij Pluk&Plenty, eind september, waar ik zelf erg van heb genoten. Het was gezellig druk met veel ruimte voor ontmoeting. En ik dacht: dit is echt een plek voor ontmoeting. Wat ik hier doe is voorwaarde scheppen voor ontmoeting en ik zag de waarde hiervan. Dat was dus die bloem. Mijn bloem. Een paar jaar geleden deed ik een consult bij iemand, die mijn hand kon lezen. Deze vrouw kreeg het beeld van mij als een grote boom, waar mensen in de schaduw zitten en elkaar ontmoeten. En nu kon ik dat tijdens deze latifa-meditatie ervaren.
Dat geeft een boel ontspanning, moet ik zeggen. Dat ik met wat ik doe genoeg ben, een bloem ben. Niet nog meer hoef te presteren, neer zetten, omdat de buitenwereld me dan pas ziet, van me houdt. Nee, dit gevoel staat los van de buitenwereld. Onafhankelijk. Het was een gevoel van binnenuit, van waarde, van een bloem die in mij groeit. Dan wordt het weer duidelijk dat pas als ik mezelf die waarde geef, het dan ook van de buitenwereld komt. En niet andersom. De liefde van buiten begint bij de liefde voor mezelf.
Een week later was ik bij de musical van Lion King waar mijn dochter aan mee deed. Er zit veel inhoud in het welbekende verhaal. Tijdens het kijken werd ik geraakt door de situatie waarin Scar de koning is, maar vanuit oneigenlijke macht en er een puinhoop van maakt. Een koning die op oneigenlijke gronden, met leugens en valsspelen op zijn positie zit. Het is wachten op de ware koning, Simba, die recht heeft op deze plek, maar nog moet gaan staan voor zijn waarde, voor zijn positie, zijn ware identiteit. Heel het verhaal werd plots voor mij een metafoor van enerzijds mijn innerlijke situatie, waarin het ego op de verkeerde plek zit, zich de plek van de koning heeft toegeëigend. Maar tegelijkertijd was het ook het beeld van de wereld waarin we leven, die uit balans is en waar we wachten op een leider die ons vanuit het hart, vanuit menselijkheid dient. Het is nu zaak dat de goede koning zijn plek, zijn erfgerechtigde plek gaat innemen. Een koning die niet alleen maar bezig is met zichzelf, zijn macht, maar verbinding heeft met de essentie als bron van liefde en wijsheid. Die zijn macht niet misbruikt, maar slechts inzet als dit nodig is om zijn volk te beschermen.
Zo binnen, zo buiten. De wereld in Nederland houdt zich bezig met twee belangrijke verkiezingen, die in de Verenigde Staten volgende maand en die in Nederland in maart van volgend jaar. We zoeken een goede leider. Is dat Trump? Hillary Clinton? Rutte, Samson, Pechtold, Buma? De goede koning begint voor mij niet bij een leider buiten ons, de goede koning begint in onszelf. We hebben het beeld van onszelf dat we vrij zijn. We leven in een vrije democratie, zeggen we dan, die vrij is om een leider te kiezen die het volk wil, die wij willen. Maar wat is onze uiterlijke vrijheid waard als we van binnen niet vrij zijn?
Als ik naar mezelf kijk, weet ik hoe moeilijk het is om die plek in mezelf, die toekomt aan de rechtmatige eigenaar, de goede koning, vrij te houden. Zo snel laat ik me bezetten door aspecten van de wereld buiten mezelf. Betrap ik mezelf dat ik tijdens een autorit weer luister naar het nieuws van Radio 1 en mijn geest er door laat bezetten. Dat ik weer achter een warme chocolademelk met slagroom zit. Dat ik me weer teveel laat afleiden door een mooie vrouw die daar over straat loopt. Dat ik me weer teveel identificeer met mijn rol om een ander te helpen. Met alles wat moet. Dan ben ik niet aanwezig. Ik ben verdoofd. Bezet. Gehypnotiseerd. Ik moet denken aan het verhaal van Jezus, die zegt tegen Petrus dat hij hem drie keer achter elkaar zou verraden. Petrus geloofde hem niet, maar het gebeurde zoals Jezus had voorspeld. Petrus zei drie keer achter elkaar ‘nee’ op de vraag of hij deze Jezus kende. Dat verhaal gaat natuurlijk over de Jezus, de goede koning, in Petrus zelf, waar hij op dat moment geen contact mee had, die hij als het ware verloochende.
Ik neem het waar, maar voel hoe moeilijk het is om me te verzetten tegen deze oneigenlijke bezetting van de plek die eigenlijk de goede koning toekomt. Mijn essentie, mijn geestelijk deel, God als je wilt. Ja zeggen tegen deze goede koning begint dus eigenlijk met heel vaak ‘nee’ zeggen tegen de verleidingen van buiten. Dat is de kern van innerlijk werk wat mij betreft, het leren ‘nee’ te zeggen tegen de zuigkracht van de buitenwereld en al zijn verleidingen om op een oneigenlijke manier die plek in te nemen van de essentie. Door steeds weer ‘nee’ te zeggen, bouw je een basis, een ik op in jezelf. Deze ik, dat nieuwe centrum, is dan weer een basis voor het toelaten van de goede koning, om het zo maar even te noemen.
Het helpt me dan wel om me een paar keer per dag af te sluiten voor de wereld om me heen en te mediteren. Met mijn aandacht naar binnen te gaan en contact te zoeken met mijn essentie. Soms voel ik me dan vervuld worden van binnenuit. Even neemt de goede koning zijn gerechtigde plek in, de plek die hem toekomt. De aantrekkingskracht van de wereld is dan gelijk een stuk minder. Ik voel vrede in mezelf, vrede met wie ik ben, vrede met mijn omstandigheden. Maar daarmee ben ik er nog niet. Mensen hebben soms de meest prachtige en bijzondere bewustzijnservaringen en denken dan vaak dat ze er zijn. Maar in feite begint het werk dan pas. De kunst is namelijk dat zo’n eenheidservaring deel wordt van jezelf, dat zo’n ervaring jouw nieuwe ik wordt, vlees en bloed wordt. Dat leer je niet met een cursusje hier en een workshopje daar. Dat is een lang proces van integratie, waarbij je vooral delen van jezelf tegenkomt, die pijn doen en moeilijk zijn om onder ogen te zien. Mijn overtuiging is dat ik in dit werk niet alleen sta. Ik kreeg pas het beeld van golven van negativiteit, van al dat slechte nieuws in de media, die ons soms overspoelen. Maar onder die golven wordt de wereld in evenwicht gehouden door het onzichtbare werk van vele mensen die ruimte scheppen voor de goede koning die komt, die van hun essentie een nieuwe basis proberen te maken.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!