Gepubliceerd 04 april 2014 | Door tom ribbens
Soms kan een klein dingetje een aanleiding zijn om in het moeras van een oud gevoel, een oud patroon terecht te komen. Deze week kreeg ik een vette splinter in mijn hand, die zowel ikzelf als Gebi, mijn vrouw, er niet uitkregen. Het deed behoorlijk zeer, het was duidelijk dat er iets moest gebeuren. Tegelijkertijd kwamen de kinderen thuis, Gebi moest binnen anderhalf uur weg naar een ouderavond in Eindhoven, er moest nog gekookt worden. En ik voelde me steeds ellendiger. Ik kwam onverwacht, maar wie weet heel bewust door het hogere bewustzijn aangereikt, in een moeras terecht van een oud gevoel zoals ik me in mijn ouderlijk gezin voelde. Ik had hulp nodig, maar kon het niet vragen. Er was geen ruimte voor mijn vraag om hulp of mijn behoefte. Ik zat klem enerzijds met mijn vraag en anderzijds met het besef dat er niemand voor mij was, waardoor ik als kind besloot; ik doe het wel alleen. Ik offer mijn behoefte en mijn hulpvraag wel op. Er is toch geen liefde voor mij. En dat was nu weer zo. Ik kon alleen maar tegen Gebi zeggen; ik voel me ellendig. Toen Gebi me apart nam, kon ik uitspreken wat er in me omging en werd mijn patroon zichtbaar gecombineerd met heel veel onmacht en verdriet. Ik voelde me als een hulpeloos kind nota bene als man van 50. Ik schaamde me en voelde me ellendig, maar wilde niet dat ik de oorzaak was van dat Gebi niet naar de ouderavond ging. Toch besloot Gebi om thuis te blijven en zo konden we op de volgende stap komen om naar de huisarts hier in België te gaan, die de dikke splinter onder verdoving eruit kon trekken.
Het is toch wat, dat diep bij mij van binnen nog steeds die bron aanwezig is van me ellendig voelen, me alleen voelen en onmachtig. Mijn blinde vlek zou je kunnen zeggen, mijn innerlijke splinter of beter de balk in mijn oog. De liefde schept een situatie in het hier en nu om me in dat oude gevoel van lijden te brengen, opdat ik op dat punt door dezelfde liefde verlost mag worden. Gebi besloot om de ouderavond af te zeggen en thuis te blijven en mijn hulpvraag als prioriteit te zien. Dat was ik vanuit dat oude gevoel en patroon niet gewend! Mijn hulpvraag, mijn behoefte doet er toe!
Ik word de laatste tijd sowieso met mijn aandacht naar het moment van mijn geboorte gebracht, het trauma, het verdriet van het trauma van mijn geboorte. Alsof me dit door de liefde of het hoger bewustzijn wordt aangereikt. Bijna als een klinisch gegeven zie ik met mijn groeiende bewustzijn de feiten van de situatie rond mijn geboorte en de eerste pakweg 4 jaar. Komend vanuit de heelheid, de volmaaktheid, de liefde, kwam ik terecht in de wereld van de dualiteit, van de afgescheidenheid, de onbewustheid, de onvolmaaktheid, de onwetendheid en de enorme pijn daarvan. Daar zit mijn pijn, maar paradoxaal ook mijn verlangen en de informatie van mijn roeping, van wat ik heb bij te dragen aan de wereld, aan mijn omgeving.
Het is er donker, de donkerte van de onbewustheid, maar er is ook licht, het licht van de aanwezige liefde. Ik moet denken aan het scheppingsverhaal, dat zo mooi wordt beschreven door Johannes; in het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is door Hem ontstaan, en buiten Hem om is er niets ontstaan. Wat ontstaan was, had leven in Hem, en het leven was het licht van de mensen. Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis kon het niet aan. Het lijkt bijna te gaan over mijn geboorte, alsof het scheppingsverhaal over mijn geboorte gaat, over ieders geboorte.
Mijn geboorte als het begin van het scheppingsverhaal. Als ik dit punt begrijp, dit punt van mijn geboorte, dan begrijp ik heel mijn leven, hoe dit is gelopen, met alle verschillende zijpaden. In het licht van mijn geboorte is alles te begrijpen en kan ik er met liefde naar kijken. Ik verlang erg naar dat begrip, het brengt heelheid, brengt licht in mijn afgescheidenheid, dualiteit.
Zou dat kunnen, dat ik met mijn aandacht, met mijn bewustzijn mijn leven in en uitadem alsof de hele tijdslijn van mijn leven in dit moment aanwezig is? Ik krijg het beeld van een schietschijf met bullseye als moment van mijn geboorte, het middelpunt van waaruit ik met mijn bewustzijn mijn leven in en uitadem.
Zoals de grens tussen dag en nacht me raakt deze avond met de auto op weg naar Waalwijk. De geel-roze lucht weerkaatst in het rimpelloze water van de slootjes in het vlakke landschap.
Zoals de dag zijn licht teruggeeft aan het einde van de dag, zo heb ik het beeld dat als ik sterf, er vanuit het licht van de liefde naar mijn leven wordt gekeken en alle momenten van liefde oplichten. Zo geef ik dan ook mijn licht terug dat met al die momenten van liefde in mijn leven is opgeslagen in mij. Dat is zo als het ook maar 1 moment is, alsof al die momenten van onwetendheid niet hebben bestaan waarmee ik anderen heb gekwetst en pijn heb gedaan. Zou dat zo zijn, dat de liefde zo groot is, dat het alle geweld kan vergeven alsof het niet heeft plaatsgevonden?
De waarde en betekenis van het persoonlijke lijden is voor mij de kern van wat het komende Pasen en het lijden van Jezus ons laat zien. Dit snap ik nu ik het boekje van de psycholoog Victor Frankl, De zin van het bestaan, aandachtig tot me heb genomen. Drie jaar gevangen gezeten in diverse werkkampen, beschrijft hij op analytische wijze zijn omgaan met de meest afschuwelijke omstandigheden. Als wij dit lijden, dat voor ieder mens uniek en persoonlijk is, waardig kunnen dragen, wat betekent de waarde en betekenis kunnen geven die het heeft, dan is dit lijden de ingang naar geluk, ja, naar verlichting, naar het ervaren van de betekenis die wij als mens hebben.
De wijze waarop de mens zijn noodlot en alle daaruit voortvloeiend lijden aanvaardt, de wijze waarop hij zijn kruis draagt, biedt hem ruimschoots gelegenheid om – zelfs onder de moeilijkste omstandigheden – een diepere betekenis te geven aan zijn leven. Hij kan moedig, waardig en onzelfzuchtig blijven, of hij kan zijn menselijke waardigheid vergeten in de verbitterde strijd om zelfbehoud en tot het niveau van het dier afdalen. De mens kan de mogelijkheden die een moeilijke situatie hem biedt aangrijpen om een hoger moreel niveau te bereiken, of hij kan ze voorbij laten gaan. Dit nu beslist of hij zijn lijden al dan niet waardig is (Victor Frankl).
Veel van onze inspanningen zijn echter gericht op het ontwijken, vermijden, onderdrukken of verdoven van dit lijden en we noemen dit dan geluk. Zeker omdat dit gedrag in onze maatschappij met mooie reclame-plaatjes en beelden wordt gestimuleerd en verkocht, ons aangereikt door televisie, internet en allerlei glossy bladen. Kijk eens om je heen, zijn wij niet meestal collectief bezig ons lijden te ontlopen en niet te hoeven voelen, in sex, hard werken, anderen helpen (ikzelf), alcohol, drugs, materiële middelen, geld, vakantie etc etc. Zonder lijden geen geluk zal voor de hedendaagse, hedonistische, naar buiten gerichte mens een gruwel zijn. Als wij ons eigen, persoonlijk lijden kunnen dragen en de onschatbare betekenis kunnen geven die het heeft, hoeven wij ook geen oorlog te voeren en andere groeperingen of gewoon die andere mens de schuld te geven van ons ongeluk (en het land uit willen hebben).
Als wij zouden willen bidden, laat ons dan vragen aan degene tot wie je zou willen bidden, de liefde, het hoger bewustzijn, God, het geestelijk deel, Jezus, ons het vermogen te geven ons lijden te dragen. Het zal ons een hoop ellende besparen. In ieder geval een hoop schuld wegnemen van diegene waarvan we denken dat zij schuldig zijn aan ons ongeluk. Laten we dan in dat gebed in een adem bidden voor onze naasten, die soms het slachtoffer zijn van onze boosheid, geweld, onrechtvaardigheid omdat we onze pijn niet kunnen verwerken en dragen en projecteren op hen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!